Tag Archive for: beginner

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je een hondenkussen naait; een fijn matras achtige kussen, waar je al je stofrestjes in kwijt kunt! Ik laat je stap voor stap zien hoe je dit doet. Zo maak je een leuk product voor jezelf of een vriend(in) en verwerk je vele restjes stof! 🙂

Wat heb je nodig? 

  • katoenen lap (mijn voorbeeld is 90 bij 70 cm, het uiteindelijke kussen wordt kleiner door het opvullen) Je kunt hier goed een oud tafelkleed of laken voor gebruiken.
  • naaimachine met naaigaren
  • een heleboel klein geknipte stofrestjes (er gaat wel 2 kilo in)
  • optioneel; meer stof om een hoes te maken voor om het kussen. Die kan je dan makkelijker wassen. Het is handig de maten te nemen van het kussen als het klaar is.

Lees de blog eerst even door voor je stap voor stap begint. Zo zie je beter waar het naartoe gaat.

De stappen:

  1. Hoes naaien
  2. Tunnels naaien
  3. Tunneldelen vullen
  4. Tunneldelen dichtnaaien
  5. Stap 2-4 heel vaak herhalen
  6. Laatste tunnel dichtnaaien
  7. Eventueel een hoes voor eromheen naaien.

Stap 1 De hoes naaien

Leg de 2 lappen stof met de goede kanten tegen elkaar en naai de hoes aan 3 kanten dicht.

Draai de hoes naar de goede kant. Teken nu lijnen van boven naar beneden en van links naar rechts. Zo krijg je hokjes van ongeveer 10 bij 10 centimeter.

Stap 2 Tunnels naaien

Naai rijen tunnels, van de dichte kant, naar de open kant. Aan een kant blijft het dus open.

De tunnels naai je dus aan de goede kant van je stof, over je getekende lijntjes.

Stap 3 Tunneldelen vullen

Begin met een hand vol stofrestjes per tunnel. Duw alles goed naar beneden tot onderen.

Vul elk vakje even vol, denk eraan dat je nog over je getekende lijntje het vakje dicht moet kunnen naaien.

Stap 4 Tunneldelen dichtnaaien

Na het vullen van de eerste bodems van de tunnels, naai je deze vakjes dicht. Het worden nu de eerste kussentjes.

 Stap 5 Stap 2-4 heel vaak herhalen

Nadat je een rij vakjes hebt dichtgenaaid, zijn dit de nieuwe bodems van de tunnels. Die ga je dus weer vullen met een hand stofrestjes per tunnel. Duw alles naar beneden en naai weer een rij dicht.

De volgende rij

En de volgende rij

Het wordt steeds zwaarder! Je bent er bijna

Stap 6 Laatste tunnel dichtnaaien

Je bent nu bij de laatste rij aangekomen. Vul de laatste vakjes en gebruik spelden om de boel dicht te houden.

Naai op het randje de laatste rij dicht

En klaar is je matras-kussen!

Slaap lekker hondje!

Optioneel stap 7 een buitenhoes naaien

Na het naaien en opvullen van het hondenkussen, zie je dat deze aan alle kanten een centimeter of 10 kleiner is geworden. Gebruik de maten van het uiteindelijke kussen om nog een extra, makkelijk wasbare, hoes te maken. Bijvoorbeeld een boven en onderkant met een rits aan de zijkant. Of een kussensloop zoals in deze blog (hoe maak ik een kussensloop) te zien is.

Wil jij ook zo leren upcyclen als een pro? Kom op naailes bij Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent. Samen gaan we duurzaam om met onze stofresten en maken er leuke dingen van!

Groetjes,

Ineke

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je een makkelijke knuffel naait en vult met stof restjes. Ik laat je stap voor stap zien hoe je dit doet. Het patroon maak je zelf en je kan veel stofrestjes gebruiken! Lekker duurzaam en maak er wat leuks van 🙂

Je hebt vast wel een paar schattige stofjes liggen en een favoriete vorm of dier. Eerst maken we het patroon, knippen de stof en daarna ga je naaien. Je verwerkt je eigen stofrestjes meteen in dit project; Zero Waste naaien!

Wat heb je nodig voor deze DIY knuffel?

  • Papier, stift/potlood en papierschaar
  • Stof, geweven katoen is het makkelijkste, maar het kan met elke stof. Je hebt 2x zoveel stof nodig als dat je ontwerp groot is.
  • Stofrestjes om mee te vullen! Die heb je vast wel.
  • Krijt of stift speciaal voor stof (ze zijn uitwasbaar)
  • Naaimachine 😉 en alles wat daarbij hoort. Je spelden, stofschaar en bijpassend naaigaren.
  • Naald en bijpassend garen

Lees eerst de instructie een keer helemaal door en volg deze daarna stap voor stap.

 

Stap 1 – Het ontwerp maken

Teken een makkelijke vorm op papier. Bijvoorbeeld het vooraanzicht (gezien vanaf de voorkant) of zijaanzicht (gezien vanaf de zijkant) van een dier of voorwerp. Als voorbeeld maak ik hier een beren hoofd.

De vorm die je nu tekent bepaald hoe groot je knuffel wordt.

Op de stof voegen we straks de naadtoeslag toe. Dat is het randje stof dat je nodig hebt om te kunnen naaien.

Knip je vorm uit met een papierschaar (niet met je stofschaar)

Stap 2 – Het ontwerp uit de stof knippen

Leg je stof dubbel neer. De mooie kanten (die heten de ‘goede’ kanten) moeten tegen elkaar liggen.

Leg je papieren patroon op de stof en zet dit vast met een paar spelden. Je prikt de spelden door het papier en de 2 lagen stof.

Trek de vorm om met een kleding krijtje of kleding stift.

Trek hierom heen een lijn die 1,5 cm groter is dan de vorm. Dit is dus de naadtoeslag.

Knip de 2 lagen stof uit op de buitenste lijn, met je stofschaar.

Stap 3 – Het naaien voorbereiden

Haal je papieren patroon van de 2 lagen stof af. Laat de stoffen wel netjes op elkaar liggen.

Speld nu de randjes vast. Dit doe je door de spelden er haaks in te prikken. Met de kopjes van de spelden naar buiten.

Zet 2 streepjes op een recht stukje van je lijn, om aan te geven waar je opening komt. Ongeveer 6 cm. Dit laat je dus open bij het naaien om de vorm te kunnen keren. Hier zet je ook geen spelden tussen.

Stap 4 – Het naaien zelf!

We gaan beginnen bij een van de kanten van de opening.

Naai met een rechte steek 3 steken naar voren, 3 steken naar achter en naai over de lijn rondom je vorm. Bij scherpe hoeken, stop je, doe je de naald omlaag in de stof, til het voetje op, draai je stof, laat het voetje zakken en naai verder.

Ben je aan de andere kant van de opening beland, naai dan weer 3 steken naar achteren om het naaien te verstevigen. Als je straks de vorm omkeert, wordt de opening niet groter.

Stap 5 – Naden inknippen en keren

Om een mooie vorm te krijgen, moeten we de stof helpen met buigen en rekken. Dat doe je met je schaar, gebruik het puntje van je schaar.

Knip bij hoeken naar binnen een knipje in de naadtoeslag van 1 cm diep. Knip niet in je genaaide stiksel. 😉

Knip bij bochten kleine knipjes, om de stof te helpen buigen en rekken. Weer 1 cm diep.

Heeft jouw vorm kleine hoekjes of puntjes, dan kan je een reepje van de naadtoeslag afknippen. Laat altijd 0,5 cm zitten.

Nu kan je de vorm binnenste buiten trekken via het gat!

Stap 6 – Vullen en dichtmaken

Knip je restjes stof in snippers.

Vul je knuffel vorm met klein geknipte stofrestjes! Doe er zoveel in, totdat je vorm lekker gevuld en stevig is.

Vul de verste hoekjes eerst en verdeel de vulling goed over de knuffel.

Naai de opening dicht. Dit kan met een naald en draad.

Je kan er nog knopen op naaien, er oogjes op tekenen of borduren. Of versieren met lint of … wat jij leuk vindt 😉

Voila! Jouw knuffel is klaar!

Groeten,

Ineke

PS. Wil je dit bij naailes leren? Volg naailes bij Naaiatelier Krul

PS2. Kan dit ook zonder naaimachine? Ja, naai dan met je naald en draad over de lijn, met kleine steekjes van 0,2 mm. Zorg ervoor dat je draad bij het begin en eind van het naaien altijd goed vast zit met knoopjes in het draad en herhaalde steekjes op dezelfde plek.

~Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog wil ik je inspireren om met je stof restjes aan de slag te gaan. Een leuk project en tips om de restjes te gebruiken of kwijt te raken.

 

Wie heeft ze niet? Dozen, stapels of tassen met restjes stof. Afgeknipte stukken over van je project of een tasje gekregen lapjes. Allemaal leuk en vol met herinneringen of potentie. Ik ga je een paar voorbeelden laten zien hoe je deze restjes kunt wegwerken of andere alternatieven voor jouw fabric scraps!

Project om je stof restjes kwijt te raken

Maak een knuffel of pop 🙂

Er zijn leuke (gratis) naaipatronen te vinden om zelf een knuffel te maken. Dat kan van restjes zachte stof of juist favoriete kleurtjes en prints van restjes van gemaakte kleding.

Gekocht patroon voor knuffels

Knuffel katje

Hier zie je een knuffel kat; bij het knippen van de patroondelen krijg je restjes, maar ik vulde de knuffel op met deze restjes en nog 3x zoveel restjes! Knuffelvulling maak je door onbruikbare stofrestjes in kleine snippers te knippen. Er gaat meer vulling in dan je denkt! Gebruik vooral katoen of tricot (jogging stof of t-shirt stof) en geen spijkerstof of (nep)leer. Dan blijft je knuffel zacht.

De knuffel wordt zwaarder dan je gewend bent van witte fluffy vulling. Ze knuffelt fijn als een echte kitten 😉

patroon delen uit restjes zachte stof geknipt

de stofrestjes in snippers knippen

vul de kat met de snippers en nog meer en meer snippers!

Ben je een beginner in naaien? Ga naar deze blog; Hoe naai ik een makkelijke knuffel – voor beginners.

Walvis vullen met restjes

Unieke knuffel

Tips om je stof restjes kwijt te raken

Sorteer en gebruik

Heb je grote bergen, tassen en dozen restjes? Neem de tijd om de boel uit te spreiden en te sorteren. Je kan sorteren op stofsoort. Zo kan je lapjes van tricot of katoen combineren tot nieuwe stof. Of sorteer kleuren bij elkaar, tot inspiratie voor een projectje waarbij stofsoort niet uitmaakt.

Een stof gemaakt uit vele restjes! Gemaakt met plakkatoen en vastgenaaid

Maak er een leuk pakketje van en geef het weg

Jij bent misschien uitgekeken op deze restjes, maar een beginnend naaier wordt blij van gratis stof. Maak er een leuk pakketje van en bied het aan op marktplaats, nextdoor.nl of je lokale krantje. Vraag bij een kinderdagverblijf of school in de buurt of ze stofjes willen om mee te knutselen. Zo geef je jouw leuke restjes met een gerust hart weg en worden ze gebruikt.

stofresten van dezelfde soort stof; wordt samen een nieuwe stof!

Denk over je stofrestjes na TIJDENS het naaien

Om restjes te voorkomen gaan we ook vooruit kijken. Kijk goed naar het naaipatroon en de aanbevolen hoeveelheid stof. Koop de stof passend voor het project wat je gaat maken.

Maar vooral; knip je stof zo, dat je BRUIKBARE stukken overhoudt. Natuurlijk hou je je aan de draadrichting en print op de stof, maar plaats je patroondelen zo op de stof dat er vierkanten, rechthoeken of repen stof overblijven. Hier heb je later meer aan dan allemaal halve driehoekjes en bochtjes.

Van rechte stukken kan je makkelijker een ceintuur maken of zakken. Of een beleg of zakken in een ander project.

Hopelijk ben jij weer meer geïnspireerd om aan de slag te gaan met je restjes!

Groeten,

Ineke

PS. Wil je leren hoe je zuinig omgaat met stof of zelfs Zero Waste leren naaien? Volg naailes bij Naaiatelier Krul of kijk bij mijn blogs over Zero Waste naaien.

 

 

 

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog geef ik uitleg over veel gebruikte zelfmaakmode tijdschriften. Burda, Knipmode en meer! Ik leg je uit wat je er mee kunt en welke patronen geschikt zijn voor beginners.

Veel mensen zoeken online naar patronen, kijken Youtube filmpjes of denken dat je alles zelf moet bedenken. Maar er zijn makkelijk te verkrijgen tijdschriften met vele patronen EN uitleg in het Nederlands. Ik geef antwoord op de volgende vragen: Welke tijdschriften zijn er in het Nederlands te koop? Waar koop of leen ik deze? Welke zijn geschikt voor beginners? Hoe werk je met een zelfmaakmode tijdschrift?

Inhoudsopgave van een Burda Kids Easy

 

Welke tijdschriften zijn er in het Nederlands te koop?

Knipmode is een van de bekendste zelfmaakmode tijdschriften en gaat al even mee ( sinds 1969). Waarschijnlijk heeft je moeder/tante/buurvrouw hier vroeger al mee gewerkt. Nederlands tijdschrift, gebaseerd op gemiddelde Nederlandse maten. KnipKids, is het kinder tijdschrift van Knipmode.

Burda is een andere grote speler, een tijdschrift dat al ruim 70 jaar bestaat (sinds 1949), vertaald uit het Duits. Burda tijdschriften hebben nu specifieke doelgroepen, zoals; Burda Style, Burda Easy, Burda Curvy, Burda Kids, Burda Kids Easy, Burda Baby Easy. Ik ben groot fan van de Burda Easy voor beginners!

Ottobre design, een Fins blad, ligt ook al jaren in de Nederlandse winkels (sinds 2006). Ook zij hebben een Ottobre Kids (sinds 2000). Ik zie de Scandinavische filosofie van het belang van buiten spelen terug in hun ontwerpen; lekker zittende kinderkleding. Past ook goed bij het Nederlandse weer.

La Maison Victor, is helaas net gestopt, maar was jarenlang een van mijn favoriete bladen. Een Vlaams blad, dat er qua vormgeving modern uitzag. Ik heb er vele leuke tops en vesten uit genaaid.

Fibre Mood, een jonger blad (sinds 2018) dat wint aan populariteit. Internationaal met een online platform om je genaaide kleding te delen. Moderne insteek met betere instructies en filmpjes.

Simplicity, internationaal zelfmaakmode tijdschrift, met vertaalde instructies in het Nederlands.

Ottobre en Knipmode, met heren kleding erin

 

Waar koop of leen ik zelfmaakmode tijdschriften?

De meeste van bovenstaande tijdschriften zijn te koop bij supermarkten (met een wat groter tijdschriften assortiment) en boekhandels en AKO op stations. Maar ook in de bibliotheek kan je een aantal tijdschriften lenen! De nieuwste tijdschriften zijn alleen in te kijken in de bieb zelf, maar oudere exemplaren mag je lenen voor thuis.

Welke tijdschriften zijn geschikt voor beginners?

Je kunt een tijdschrift kiezen dat al speciaal voor beginners is, zoals de Burda Easy. Ik vind Simplicity NIET makkelijk, ondanks de naam haha. Ook wil je dat het tijdschrift enigszins modern is, want ze verbeteren de instructies naar het niveau van de huidige klanten. De instructies van de nieuwste Knipmode zijn 10x zo goed te volgen dan die uit bijvoorbeeld 2008.

Maar elk tijdschrift heeft makkelijkere en moeilijkere patronen/kledingstukken in hun blad. Meestal staat de moeilijkheidsgraad aangegeven met bolletjes of sterretjes. 1 of 2 is makkelijk en 3, 4 moeilijker en 5 voor gevorderden.

1 van 4 moeilijkheidsgraad, uit La Maison Victor

2,5 van 5 moeilijkheidsgraad uit Knipmode

Wat maakt een kledingstuk dan makkelijk of moeilijker? Vooral het aantal couture technieken; knopen met knoopsgaten, een rits, een kraag, speciale zakken met flappen, coupenaden. Een makkelijke trui heeft geen sluitingen, maar trek je over je hoofd aan. Een moeilijkere trui heeft een ritsje bij de hals of een volledige rits en capuchon. Een makkelijke jurk heeft een lossere pasvorm met een elastiek of koord voor vorm in de taille. Een moeilijkere jurk heeft veel losse patroondelen en knoopjes, plooien of rimpelingen.

 

Hoe werk je met een zelfmaakmode tijdschrift?

Bij elk tijdschrift doorloop je de volgende stappen:

  • Kies welk kledingstuk je wilt maken
  • Bekijk de foto’s van het gemaakte kledingstuk en de tekeningen en instructies globaal
  • Meet de maten die je nodig hebt met een meetlint op je lichaam, voor je maat. Elk tijdschrift heeft een eigen maattabel (vanwege de gemiddelde maten uit hun land). Kies de maat die het beste past bij jouw maten. (Maatwerk leer je bij naailes 😉 )

Maattabel van Knipmode, de inclusiviteit van grotere maten is verbeterd

Vanaf hier volg je de instructies op uit het tijdschrift. Zoals hoeveel en welke soort stof je kunt kopen voor het kledingstuk. En hoe je patronen overneemt van het radarblad.

Er zit dus echt verschil in de uitleg tussen de zelfmaakmode tijdschriften. Bekijk ze op je gemak voordat je er een koopt. Sommige tijdschriften gebruiken alleen tekst en heel minimaal, dat is best moeilijk te begrijpen! Andere tijdschriften gebruiken dus afbeeldingen bij hun uitleg of verwijzen naar instructiefilmpjes op hun site.

Instructies van Burda Kids Easy

Instructies van Knipmode

Instructies van Burda Style

Goede uitleg scheelt je veel frustraties als beginners, maar ook als gevorderden. Maar kom je er niet uit en vind je het naaien wel heel leuk, zoek dan naailes bij Naaiatelier Krul of iemand bij jou in de buurt. Na een paar gelukte kledingstukken, snap je thuis de instructies van de zelfmaakmode tijdschriften veel beter.

Groetjes,

Ineke

PS. Op de website van de zelfmaakmode tijdschriften vind je ook leuke extra’s zoals enkele gratis patronen of kortingen.

Website van Knipmode

Website van Burda

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je een poppenjurkje naait met de naaimachine. Aan de hand van een gratis patroon, laat ik je stap voor stap zien hoe je dit doet. Het jurkje is geschikt voor een pop van 30 cm, met een vol figuur. Het patroon is ook aan te passen tot andere maten.

Zelf poppenkleertjes maken is zo leuk! Het kost weinig stof en is gauw af. Je kunt met naald en draad naaien of met de naaimachine, maar ik leg uit hoe je het met de naaimachine doet. Laten we wat moois gaan maken. 🙂 Ik heb gekozen voor een Barbie Curvy, een pop met een voller figuur, als model. Hier zijn minder patronen voor te vinden en ik vind dat elke pop een mooi jurkje verdient.

Recht jurkje voor een Barbie Curvy

Lees de instructie een keer door voor je begint, doe daarna stap voor stap mee.

Stofkeuze – zit er rek in?

Voor het patroon van dit jurkje gebruik je rekbare stof. Door de rekkende stof, kan het jurkje over het hoofd aangetrokken en hoeven we geen sluiting te maken. Goed voor beginners dus!

Tricot of jersey zijn de meest bekende voorbeelden van rekkende stof. Deze namen geven de maak techniek aan van de stof. De stof is niet geweven (voorbeeld links) maar inimini gebreid (voorbeeld rechts). Hierdoor rekt de stof, omdat de lusjes meebewegen.

links niet rekkend, rechts rekkende stof

De stof kan gemaakt zijn van katoen, bamboe, viscose, tencel, polyester of andere vezels. Meestal heeft de stof een mooie kant met een bedrukking (kleur, patroon, fotoafbeelding). Dit noem je de goede kant van de stof. De achterkant is vaak wit of effen en noem je de verkeerde kant. De stof rafelt weinig, dat scheelt afwerken bij zo’n klein kledingstukje.

verschillende lapjes tricot

Aan de voorkant van de stof, de goede kant, zie je lijnen van boven naar beneden lopen. Dit is de draadrichting, dit staat ook op het patroon met een lange pijl. Je moet goed kijken, want de print van de stof kan in de weg zitten. Maar meestal helpt de print juist, want je wilt dat alle konijntjes met hun oortjes in de lucht en hun pootjes op de grond zitten.

~Onderaan de uitleg staat hoe je de stof zo kunt knippen, dat een afbeelding aan beide kanten van het jurkje rechtop staat~

Je hebt maar weinig stof nodig! Kijk tussen je restjes of er nog een jurkje uit kan. 🙂

 

Stap 1 Het patroon – een rechte jurk

-download hier het gratis jurkje patroon van Naaiatelier Krul -> Naaiatelier Krul – Krul jurkje patroon

1) Print het patroon van het jurkje uit met een printer, zwart/wit A4, op 100%. Let op, dat het controle vakje de juiste afmetingen heeft na het printen, 2 cm bij 2 cm.

Knip op de dikke lijnen

2) Knip het papieren patroon uit op de dikke lijn. Knip het figuurtje in het midden uit, de hals, en knip ook het kleine knipje in.

Zoals je ziet, heeft het patroon wat je hebt uitgeknipt nog geen zoom- of naadtoeslag. Dit is de manier zoals de patronen van Knipmode, Burda Style, La Maison Victor en andere patronen in dit deel van Europa werken. De toeslag teken je straks op de stof erbij of je gebruikt het tekenhulpje (zie hieronder).

Het patroon maakt in 1 keer het hele jurkje. De voor- en achterkant zit aan de schouders aan elkaar.

Je kan dit randje uitknippen als hulpje

Hulpje: Knip het extra randje met zoom- en naadtoeslag uit om je straks te helpen bij het tekenen van de naadtoeslag.

~Aanpassingen aan het jurkje volgen aan het einde van de uitleg~

 

Stap 2 Patroon overnemen op stof en uitknippen

Nu gaan we het patroon op je stof leggen en overnemen. Je hebt een uitwasbare kleding stift nodig. Met kleermakers krijt is het moeilijk krijten op rekkende stof, omdat de stof meerekt terwijl je een lijn trekt. Je hebt uitwasbare stiften in een paar kleuren, de bekendste kleuren zijn blauw voor lichte kleuren stof en wit voor donkere kleuren stof. De stift gaat eruit met koud water onder de kraan, je hoeft het niet te wassen in de machine!

Let op de draadrichting

1) Leg het patroon aan de verkeerde kant op de stof. Let op de draadrichting, al kun je deze dus niet goed zien aan de verkeerde kant. Leg de draadrichting pijl parallel aan de zijkant van de stof. (Ik wijs het aan op de foto) De zijkant/zelfkant van de stof heeft een rechte rand, met kleine gaatjes en vaak een beetje stijfsel of letters geprint. Soms is de rand van de tricot stof wit, bij gedrukte stof.

2) Zet het patroon vast met 4 spelden, zo verschuift het patroon niet meer.

3) Trek een lijn om het patroon, met de uitwasbare stift. Ook het halsje, met het knipje.

4) Nu ga je de zoom- en naadtoeslag toevoegen. De zoom onder en bij de mouwen zijn 1,5 cm. De zijnaden zijn 0,5 cm. Teken ze met de stift. Een handige tool hierbij is een zoommaatje, dat is een klein liniaaltje met vast afmetingen, van 1, 1,5, 2, 4, 5, 6 cm.

hulpje bij het tekenen

Hulpje: Vind je dit tekenen van de toeslag moeilijk, gebruik dan het papieren randje wat om het patroon zat. Leg dit weer om het patroon en teken rond de buitenste lijnen.

Uitknippen op de buitenste lijn

5) Knip je getekende patroon op de stof uit, de buitenste randen en de halslijn. Vergeet het kleine knipje bij de hals aan de voorkant niet, 0,5 cm.

 

Stap 3 Jurkje naaien – met stretch steek

Je hebt het patroon uitgeknipt. Je hebt nu een geknipte stof met een goede kant, met de mooie kant van de stof. En op de achterkant staan de naailijnen voor de naden en zoomen.

We gaan eerst de mouw en onderkant zoomen naaien. Dat is makkelijker om eerst te doen bij kleine kleertjes. Bij mensenkleding naai je die meestal als laatste.

1) Vouw de mouwzoom 1,5 cm naar binnen (tegen de verkeerde kant), op de lijn. Speld de vouw vast. Vouw de zoom van de onderkant van de jurk ook 1,5 cm naar binnen (tegen de verkeerde kant), op de lijn. Zet deze vouw ook met spelden vast. Door de foto hierboven snap je wat ik bedoel 😉

deze stretch steek is een bliksemschicht

Rekkende stof naai je met een rekkende steek. Kies een stretch steek op je naaimachine, zoals de bliksemschicht steek. Andere stretchsteken zijn een herhalende rechte steek of een hele smalle zigzag steek. Kijk hiervoor in het instructieboekje van je naaimachine. Oefen even op een proeflapje of de steek rek aankan. De naden moeten niet knappen of strak zijn.

2) Naai met de naaimachine de zoomen vast. Je mag de vouw aan de bovenkant leggen, zodat je mooi op het midden van de vouw naait. De stretch steek laat niet gauw los. Leg een dubbele knoop in de begin- en einddraadjes en knip de draden kort af.

Hulplijntje, midden op de vouw

Hulpje: teken een lijn op het midden van de omgevouwen stof, om overheen te naaien.

zoomen klaar

Nu je de zoomen hebt genaaid, gaan we verder met de zijnaden.

zijnaden gespeld

3) Vouw het jurkje met de goede kanten tegen elkaar, je ziet meteen de vorm van het jurkje verschijnen. Maar het jurkje is natuurlijk nog wel binnenste buiten. Speld de zijnaden vast met spelden. De zijnaden lopen dus vanaf de onderkant van de jurk, langs de oksel, tot en met de mouwen.

zijnaden naaien

4) Naai deze zijnaden, op de getekende lijn (0,5 cm). Nog steeds met een stretch steek. Dit is heel smal, je kunt dit ook eerst oefenen met een proeflapje. Het is vooral belangrijk dat je stofjes netjes op elkaar liggen. Komt goed 😉

knipjes onder de oksel

5) Maak 3 kleine knipjes onder de oksel, zodat die ronding er bij het keren mooi uitziet. Knip niet door je stiksel heen.

 

6) Keer je jurkje de goede kant op!

 

 

Jij hebt een poppenjurkje genaaid! En smaakt dit naar meer?

 

 

~Hier volgen een paar aanpassingen en extra uitleg bij uitzonderingen~

Patroon aanpassen – patroon hacken

Maat aanpassen: Vind je het jurkje te breed voor jouw pop? Knip dan van het papieren patroon bij de zijnaden een randje van 0,5 cm weg. Op de stof teken je wel weer een naadtoeslag bij van 0,5 cm. Maar het jurkje wordt een maat kleiner.

Lengte aanpassen: Vind je het jurkje te kort? Plak bij beide onder zoomen een extra randje papier aan je patroon van 2 of 5 of 10 cm. Let op dat je ook weer een zoom van 1,5 cm tekent om een zoom te naaien.

Of maak een crop top, door de jurk in te korten tot topje. Het wordt een wijd/los topje.

Makkelijker maken? Vind je het zoomen moeilijk? Teken dan geen zoomtoeslag bij de mouwen en onderkant. Alleen de 0,5 cm naadtoeslag voor de zijnaden. Je werkt de mouwen en onderkant dus niet af, maar naait alleen de zijnaden. Wordt ook leuk 🙂

Stof met eenrichtings print? Knip je papieren patroon op de schouderlijn (stippellijn) door. Je gaat nu 2 patroondelen uit de stof knippen, een voor en achterkant. Nu kan je beide met de stof mee leggen, zodat je geen print op zijn kop krijgt. Let op: je voegt bij de schouderlijn 0,5 cm toe aan de voor en achterkant. En je naait als eerste de 2 delen aan elkaar op de schouderlijn. Daarna ga je verder met de mouw zoomen en de rest van de instructies.

 

Groeten,

Ineke

PS Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

PS2 Gelukt en wil je showen? Deel je foto op instagram en vermeld mij met @naaiatelierkrul. Dan zet ik jouw jurkje in de spotlights.

 

 

 

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je herbruikbare feestzakjes of cadeauzakjes naait. Ik leg je de makkelijkste manier uit! Op de foto’s zie je stap voor stap hoe het moet. Je kan zakjes van allerlei formaten en stofjes maken, wat jij leuk vindt. Feest!

Verschillende zakjes

Voor verjaardagen of de feestdagen, de leukste kleine of grote zakjes om verrassingen in te stoppen. Geen plakband of papier, maar een vrolijke zak met handige sluiting, oneindig her te gebruiken. Naai je mee?!

Stofadvies:

Gebruik voor een zakje wat voor stof je maar wilt. Maar katoenen, geweven stof, is het makkelijkste. Deze stof is een beetje stijf en glijd niet weg met het naaien. Het is stevig en niet doorschijnend. Het rafelt een beetje, maar niet te erg. Je kan ook makkelijk verschillende lapjes katoen samenvoegen.

En garen?

Kies een bijpassende kleur garen als je een beginner bent of lekker snel wilt werken. Kies een opvallend garen, als je het zakje extra feestelijk wilt maken. Let op, foutjes zie je beter.

Groot en klein!

Knip 2 rechthoeken

1) Knippen

Knip uit je gekozen stof(fen) 2 rechthoeken. Hoe groot/klein? Dat bepaal je zelf! Ik heb verschillende maten, voor grote en kleine cadeaus. Een kleine is bijvoorbeeld 20 bij 30 centimeter. Een grote is bijvoorbeeld 25 bij 35 centimeter. Of nog eentje van 40 bij 60?

LET OP: deze maten zijn inclusief naadtoeslag. 1 of 1,5 cm aan de zij- en onderkant. En 2 of 3 cm aan de bovenkant. (Wat was naadtoeslag ook alweer? Dat is het reepje stof wat je extra nodig hebt, om langs te naaien. De naad zit uiteindelijk aan de binnenkant.)

LET nog een keer OP: zorg dat de draadrichting dezelfde kant in gaat. Dus alle giraffen met de kop in de lucht en de poten naar de grond. Anders heb je afbeeldingen die opzij of onderste boven zitten. (Wat was draadrichting ook alweer? In geweven stof, lopen de draden van boven naar beneden en van links naar rechts. Je rechthoek knip je dus recht uit de stof, zodat op je lapje de draden ook netjes van boven naar beneden en van links naar rechts lopen. Niet schuin.)

Knip gerust meerdere zakjes tegelijk, want als je ze achter elkaar naait heb je er in een uur een paar af 😉

Spelden of klemmetjes aan de zijkanten en onderkant

Spelden of klemmetjes houden de 2 stoffen op elkaar

2) Spelden of klemmetjes – de zij- en onderkant

Leg de 2 rechthoeken met de goede kanten tegen elkaar. Dus met de mooie kant van de stof tegen elkaar. Gebruik spelden of klemmetjes om de zijkanten en onderkant op elkaar te spelden/klemmen. De bovenkant laat je open, zodat je die niet per ongelijk dichtnaait.

Links met de naaimachine en rechts met de lockmachine gedaan, kan allebei

Links naaimachine, rechts lockmachine

3) Naaien – de zij- en onderkant

Lockmachine of naaimachine?

Ik laat beide manieren zien, met de naaimachine of lockmachine. Je hebt uiteindelijk de naaimachine nodig om het zakje een sluiting te geven. Maar de lockmachine heeft het voordeel snel te zijn en de rand meteen af te werken. Maar omdat we deze zakjes niet vaak (of nooit) in de was gaan gooien, hoeft de binnenkant niet perse afgewerkt te worden.

Lockmachine: Begin aan een zijkant, via de onderkant naar de andere zijkant. Snijd een klein reepje af bij het locken, zodat je naden mooi gelijk zijn. Werk eventueel ook de bovenrand af, nadat het zakje in elkaar zit. Dit zorgt voor een supersnelle sluiting, die je afmaakt op de naaimachine.

Naaimachine: Naai op 1 of 1,5 cm afstand van de rand, de zijkant, onderkant en andere zijkant dicht. Je hoeft de randjes niet perse met een zigzag steek af te werken, omdat deze zakjes niet zoals een tas dagelijks gebruikt gaan worden. Dus maak het jezelf lekker makkelijk en snel!

Knip de hoekjes af, niet je genaaide stiksel!

Knip eventueel de hoekjes af, tot 0,5 cm bij je stiksel. Zo krijg je mooie strakke hoekjes als je het zakje keert.

Vouw de bovenrand van de stof 2x om, steeds op 1,5 cm (hier met spelden vastgezet)

De gelockte rand vouw je 1x om, op ruim 2 cm (met spelden)

De gelockte rand vouw je 1x om, op ruim 2 cm (met klemmetjes)

4) Spelden of klemmetjes – de bovenkant

Wat gaan we doen met de bovenkant? Je maakt een tunneltje voor een lint of touw. Dat kan weer op 2 manieren, dat ligt eraan of je de bovenrand hebt afgewerkt.

Heb je de bovenrand afgewerkt (met lockmachine of zigzagsteek op naaimachine)? Vouw de rand dan ruim 2 cm om naar binnen. De verkeerde kant tegen de verkeerde kant. Zo komt het omgevouwen randje dus aan de binnenkant van je zakje. Zet de spelden of klemmetjes zo, dat je ze er makkelijk uit kan halen als je naait.

Heb je de bovenkant niet afgewerkt? Vouw de rand dan 2x om, elke keer 1,5 cm. Zet hier ook spelden of klemmetje op. Dus zo, dat het omgevouwen randje aan de binnenkant van je zakje komt.

4 zakjes achter elkaar naaien, lekker snel!

De 2x omgevouwen rand naaien

1x omgevouwen, afgewerkte rand, naaien

5) Naaien – de bovenkant

Nu gaan we de bovenkant naaien, we maken er een tunnel van. Heeft je naaimachine een onderdeel wat eraf kan, waardoor de arm van de naaimachine smaller wordt? Haal deze er dan af.

Zoals je op de foto’s ziet, naai je aan de onderkant (links) van je omgevouwen randje. Anders maak je de tunnel te smal.

Begin bij een zijnaad, naai een rondje en eindig weer 1 cm over je begin stiksel. Naai nog 1 cm naar achter en je hebt de boel netjes afgewerkt.

Knip de begin- en einddraden af en keer je zakje! Dat ziet er al leuk uit, nu de finishing touch.

Maak 2 knipjes langs een zijnaad, alleen in de buitenstof

Maak 2 knipjes langs een zijnaad, alleen in de buitenstof

Knip een lint wat ruim 2x zo lang is als de opening van je zakje

6) Openingen in de tunnel knippen en lint knippen

Met een klein schaartje of tornmesje, maak je 2 knipjes langs een zijnaad, alleen in de buitenstof (de buitenkant van je zakje). Het knipje moet zo groot zijn, dat je gekozen lint of touw erdoor kan EN een hulpje moet erdoor kunnen (zie volgende stap).

Het is misschien moeilijk om te zien op de eerste foto, daarom de 2e foto met een zakje van andere stof. En extra uitleg. Is je tunneltje 1,5 breed geworden, knip dan een knipje van max 1 cm. Knip een knipje van boven naar beneden.

Knip een lint of touw wat ruim 2x zo lang is als de opening van je zakje. De extra lengte heb je nodig om een knoop te leggen.

Bij dikker touw neem je een stukje extra, want de knoop heeft meer lengte nodig.

Is je tunneltje een beetje krap geworden? Neem dan dunner lint of touw. Zelfs slagers touw (je weet wel, dat wit/groene of wit/rode touw) is leuk! Of een veter of een lint van een bos bloemen of andere cadeau verpakking.

Verschillende hulpjes bij het inrijgen

Met behulp van een veiligheidsspeld rijg je het lint door je tunnel

Maak een knoopje in de 2 uiteinden van je lint

7) Het lint rijgen

Je hebt een leuk lint of touw gekozen en geknipt, nu gaan we die inrijgen. Hiermee trek je het zakje dicht, net als een knikkerzak.

Er zijn verschillende hulpjes bij het inrijgen, want een lintje door een tunnel proppen werkt niet. Je hebt iets stevigs nodig, waar je lint aan vast zit (doorheen prikt of klemt). Een veiligheidsspeld of een van de inrijghulpjes die je op de foto ziet. Een dun touw kan je door het rondje in de achterkant van een veiligheidsspeld steken en een knoopje leggen.

Rijg je lint door de ene opening, helemaal rond, tot je bij de andere opening uitkomt. Trek de 2 uiteinden gelijk en leg er een knoop in.

Synthetisch lint wat rafelt, kan je met een aansteker of lucifer smelten (laat iemand je hierbij helpen, als je zelf geen vuur mag maken).

8) Gefeliciteerd, je bent klaar!

Groeten,

Ineke

PS Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

PS2 Wil je nog snellere zakjes maken? Je kan de onafgewerkte bovenkant ook met een kartelschaar afknippen. En het zakje met een los lintje sluiten. Ook leuk! 🙂

Afknippen met een kartelschaar

Dichtstrikken met een leuk los lint

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog zet ik een oude en nieuwe naaimachine naast elkaar. Kunnen de machines hetzelfde? Welke machine is het meest geschikt voor een beginner? Wat zijn voor- en nadelen? Lees het hier 🙂

Veel mensen die bij mij op naailes komen hebben de volgende vragen; kan ik aan de slag met de oude machine van (ouder) familielid? Zal ik een nieuwe kopen en welke prijs is goed? Kan een nieuwe machine meer dan een oude? Ik neem je mee in een vergelijking tussen 2 machines. Een Anker naaimachine uit de jaren ’60 (productie gestopt) en een Brother naaimachine die nu te koop is.

Het gaat er niet om welke machine beter is, maar de vergelijking tussen oud en nieuw. De Anker is mechanisch, de Brother is electronisch. Ze zijn beide elektrisch. De Anker naaimachine is nagekeken en werkt.

Ik test de machines op de volgende punten:

  • het inrijgen van de machine
  • het naaien van basis steken op katoen
  • het naaien van basis steken op tricot
  • het maken van een knoopsgat
  • extra vergelijkingspunten, onder andere kosten.

En tussendoor geef ik nog wat gouden tips.

Het inrijgen van de machine

Op de Anker naaimachine zijn 2 opklap pinnen gemaakt, je ziet vrij duidelijk dat daar een klosje garen op moet. Het 2e pinnetje gebruik je bij een tweelingnaald. Hoe je daarna het garen inrijgt vergt een aantal stappen. Gelukkig staat er een afbeelding op de machine (A t/m I), waar je ziet hoe het garen moet lopen. De meeste oude machines hebben dit niet, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing.

Het spoeltje (dat kleine platte klosje wat je zelf moet opwinden met de machine) gaat onderin de machine. Daar heb je de gebruiksaanwijzing wel voor nodig. Het kost de nodige stappen en handigheid om dat er juist in te doen. Klepje open, spoelhuisje eruit, spoeltje op juiste wijze in dat huisje, draad erdoor trekken, spoelhuisje weer in de machine zetten, klepje dicht.

Als laatste stap moet je het garen van het spoeltje nog naar boven halen (zie gebruiksaanwijzing) en dan kan je beginnen met naaien. 🙂

Op de Brother naaimachine zet je het klosje ook bovenop de machine. In dit geval op een uitklap pin en er moet een schijfje op, zodat het klosje er niet af valt. Op de machine staat een afbeelding en met cijfers en pijltjes staat aangegeven hoe je deze inrijgt. Er staat ook een afbeelding hoe je inrijgt voor het opwinden van een spoeltje, handig.

Het spoeltje gaat zichtbaar van bovenaf in de machine. Dit is nieuw en een gebruiksvriendelijke verandering ten opzichte van oude machines. Er staat weer een afbeelding bij hoe je het spoeltje plaatst. Klepje er af, spoeltje erin, draadje langs een paar punten halen, klepje erop.

Bij deze machine kan je meteen beginnen met naaien, je hoeft het onderdraad niet naar boven te halen. Dit geldt niet voor alle nieuwe machines.

Mijn oordeel: De nieuwe machine is duidelijk makkelijker in te rijgen. Doordat je minder stappen hoeft te doorlopen en meer wordt gestuurd met afbeeldingen. Maar bij beide moet je doorhebben wat de bedoeling is; een klosjes garen van boven en een spoeltje met garen van onder. En het garen door de naald steken, 3x is scheepsrecht.

Tip: Als je ergens een foutje maakt, haakje overslaan of verkeerde richting van afwikkelen van het spoeltje, zie je dit terug in het stiksel. Er komen lussen of het garen breekt meteen. Eerste stap is het inrijgen nalopen of even opnieuw doen. Vaak is je probleem dan al verholpen.

Het naaien van basis steken op katoen

Ok laten we beginnen met een lapje katoen. Een rechte steek, met afwerken aan het begin en het einde. Een zigzagsteek en een stapsgewijze zigzagsteek. Deze 3 steken gebruik ik het meeste en zijn daarom interessant om te vergelijken. Voor de Anker machine gebruik ik zwart garen en voor de Brother gebruik ik rood garen.

Voorkant van de proeflapjes

Beide machines maken prima steken. De rechte is netjes, met afwerking aan begin en einde. Bij elke machine zit de achteruit knop ergens anders. Bij de zigzag van de Anker naaimachine moest ik wat uitproberen om de juiste lengte en breedte te krijgen. Dit staat niet zo duidelijk op de draaiknoppen. Bij de Brother naaimachine kies je uit een steek op het display en daarna kan je de lengte en breedte aanpassen.

Achterkant van de proeflapjes

Oeps, aan de achterkant van de lapjes, zie ik dat de spanning van de Anker naaimachine niet helemaal goed is. Hoe zie ik dat? Steken met een naaimachine moeten er aan de voor en achterkant bijna precies hetzelfde uitzien. De spanning tussen het boven- en onderdraad moet gelijk zijn. Bij de zigzagsteken met zwart, zie je op de achterkant van het proeflapje geen mooie zigzaggen, maar een smallere lijn. De draden trekken aan elkaar. Dit ziet er minder mooi uit en is ook minder stevig.

Om dit op te lossen, raadpleeg je de gebruiksaanwijzing van je naaimachine. Daar staat uitleg over welke knoppen of schroefje je moet draaien om dit goed te krijgen. Komt je naaimachine net uit de winkel of is deze net nagekeken door een reperateur, dan moeten de steken meteen goed zijn. Vaak zit er nog een proeflapje onder het voetje, waar de reperateur of controleur van de fabriek proefsteken op heeft gemaakt.

Tip: ga niet zomaar aan knoppen draaien. Maak eventueel eerst een foto van de knoppen, wat hun begin stand waren. Zo kan je weer terug naar ‘af’ en bijvoorbeeld het inrijgen nog een keer checken. En naai altijd eerst op een proeflapje; een stukje van de stof die je gaat naaien, in de dikte (bijvoorbeeld 2 of 3 lagen) die je gaat naaien. Test de steken die je wilt gebruiken. En bekijk vooral de achterkant, of alles er mooi uit ziet.

Mijn oordeel: beide machines naaien de basissteken op katoen. Afwerken gaat ook bij allebei goed. Mijn ervaring met deze oude machine is dat de spanning sneller fout zit dan bij de nieuwe machine. Heeft jouw/de oude machine lang stil gestaan? Laat deze dan even nalopen bij een reperateur. Dan naaien ze vaak weer als een zonnetje.

Het naaien van basis steken op tricot

Nu gaan we een stapje verder, namelijk met een tricot lapje. Veel mensen willen ook t-shirts of kinderkleding naaien en daarvoor moet de machine net iets meer kunnen dan alleen recht en zigzag.

Een rekkende steek voor een naad in tricot

Tot mijn verbazing zat er een steek op de Anker naaimachine die je kunt gebruiken voor rekkende stoffen. Het is een herhalende steek, die er voor zorgt dat als je aan de stof trekt, de steek mee rekt. En niet knapt. Want de steek moet evenveel kunnen meerekken als de stof, om knappende naden te voorkomen. Op de Brother machine gebruik ik hiervoor een mini-zigzag, een bliksemschicht.

Boven Brother, onder Anker

Beide steken zien er aan de goede kant, de kant waar je tegenaan kijkt, prima uit. De Anker machine heeft wel wat meer getrokken aan de stof, daardoor is de naad wat bobbeliger.

Een afwerking steek voor een zoom in tricot

En hier zie je de stapsgewijze zigzagsteek. Deze gebruik ik voor het makkelijk afwerken van zoomen. Zoals de onderkant van je shirt of de mouwen. Bij de Anker machine was het weer even zoeken naar de steek lengte. Deze steek als zoom, bijvoorbeeld bij je pols, rekt dus mee met de stof.

Mijn oordeel: Ook met tricot weten beide machines raad. Dat valt me eigenlijk wel mee. Wat dat betreft hoeft deze oude machine nog niet aan de kant geschoven 😉 Ik vind het eindresultaat van de Brother wel iets netter.

Het maken van een knoopsgat

Nog een stapje verder, een knoopsgat maken. Nieuwe naaimachines pochen met hun makkelijke knoopsgaten functies. Eens kijken of dat waar is.

Beide machines hebben een speciaal voetje voor een knoopsgat. Links de Anker machine en rechts de Brother. Helaas, ook met de gebruiksaanwijzing van de Anker naaimachine, krijg ik geen knoopsgat voor elkaar. En ik heb echt al op tientallen oude en nieuwe machines genaaid. Ik vind de gebruiksaanwijzing ingewikkeld en de draaiknoppen en verschillende stappen die je moet doen, het wordt niks.

De Brother doet wel wat die belooft. Lapje eronder, knopje indrukken en hij maakt het knoopsgat helemaal automatisch.

Mijn oordeel: een knoopsgat maken, daar kan je tegenop zien. De Brother naaimachine kan het je door middel van software (electronisch) dus heel makkelijk maken. Maar vrees niet, ik heb op andere oude naaimachines wel mooie knoopsgaten gezien. Daarbij waren de stappen duidelijker.

Extra vergelijkingspunten

Gewicht… dat is nogal een verschil! De Anker naaimachine weegt 9 kilo. Deze Brother naaimachine is extra lichtgewicht en weegt 4 kilo. Het is ook duidelijk te zien en te voelen dat de Anker voornamelijk uit metalen onderdelen bestaat, behalve het tafel en bakje gedeelte wat je er af kan halen. De Brother heeft metalen onderdelen vervangen door plastic wat hem zo licht maakt. Sommige onderdelen voelen daardoor minder stevig. Onderdelen van nieuwe machines zijn bij te bestellen, als een repareteur hem onder handen neemt.

Als je de machine weinig verplaatst, omdat je een vaste werkplek hebt, maakt gewicht niet zoveel uit. Als je de machine uit de kast of van zolder moet halen of je wilt je de machine meenemen naar les of een vriend(in), maakt gewicht meer uit. Er zijn ook naaimachine tassen en trolleys die vervoer makkelijker maken.

Kosten… als je begint met naaien en je krijgt van iemand een oude naaimachine, scheelt dat in je portemonnee. Heeft de machine lang stil gestaan, reken dan tussen de €50,- (nakijken) en €100,- (onderdeel vervangen) aan reperatiekosten.

De Brother naaimachine in deze vergelijking kost €350,- Speciaal lichtgewicht, voor vervoer en lesgeven.

Je hebt nieuwe naaimachines vanaf €100,-. Maar deze machines naaien, zoals iets wat goedkoop is; ze maken meer geluid en kunnen sneller problemen krijgen. Ook de accessoires erbij zijn goedkoper. Een oudere machine (van een goed merk) laten opknappen bij de naaimachine reparateur is dus zeker een optie. Of een tweedehandse bij de naaimachine winkel.

Machines van €500,- en meer koop je meestal pas als je dagelijks wil gaan naaien en graag allerlei siersteken en foefjes wilt. Of omdat je gewoon verliefd wordt op een mooie 😉

Steken kiezen… de oude machine vraagt wat inzicht in knoppen draaien en steken uitproberen. Je ziet niet meteen wat je gaat naaien. De nieuwe machine geeft de steken op de machine aan met een afbeelding. Met de knopjes kies je de steek en je kan meteen naaien. De software zorgt dus voor het verplaatsen van de naald en het veranderen van de breedte en lengte.

Nog een extra tip: Laat de draden na het afknippen altijd lang, 5 cm. Zo voorkom je, zeker bij oudere machines, dat je garen steeds uit de naald vliegt!

Eind conclusie: Verschillende mensen, verschillende wensen 🙂

Maar ben jij een beginner die gewoon aan de slag wilt en lekker wil puzzelen met een machine? Dan kan je prima op een oude machine aan de slag. Jij komt er wel uit. Ga gewoon beginnen met een tas of eenvoudige jurk.

Maar ben je een beginner die “help” roept bij knappende draden of uitdagende gebruiksaanwijzingen? Dan is een nieuwe machine waarschijnlijk meer geschikt voor jou, waarbij de machine zelf je meer op weg helpt. (Wist je dat de Brother naaimachine een foutmelding geeft, als je iets vergeet te doen? Het is net een naaijuf hahaha).

Groeten,

Ineke

PS. Wil je machines uitproberen? Dit kan vrijblijvend bij naaimachine winkels. Maar ook bij mij op les.

~ Door Naaiatelier Krul ~

Er zijn vele boeken op de markt om je te helpen met ontwerpen en naaien van kleding en stoffen accessoires. In deze blog lees je mijn mening en ervaring met het boek: Wabi-Sabi Sewing, 20 sewing patterns for perfectly imperfect projects – Karen Lewis.

Soms probeer je jouw genaaid kleding net zo mooi te maken als ‘in de winkel’. Maar zelf naaien geeft je zoveel meer ruinmte voor creativiteit en uiting van jouw persoonlijke smaak. Dus waarom zo focussen op perfectie of alles uit 1 stof? Kom mee en kijk wat jij kan combineren aan stofjes en hoe je lekker langzaam en rustgevend mooie, imperfecte, projecten kunt naaien. Ik test deze manier van naaien aan de hand van dit Engelstalige boek.

    

Voor wie is dit boek bedoeld?

Wabi-Sabi is de Japanse levenswijsheid, die imperfectie ziet als iets positiefs, je omarmt het natuurlijke imperfecte. De auteur van het boek gebruikt deze wijsheid in haar naaien. Er is ruimte voor ongelijke steken, verschillende stoffen en structuren en variatie in kleuren. Ook de Japanse reparatie steek ‘Sashiko’ past hierbij, het zichtbaar herstellen van een kledingstuk.

Als ik kijk naar het niveau van de projecten die in dit boek beschreven wordt, vind ik het geschikt voor beginners. Zoals een setje onderzetters maken of theedoeken, dat zijn overzichtelijke projectjes waar je niet veel stof of ervaring voor nodig hebt. Voor de uitgebreidere projecten, zoals een zak met vele gekleurde vlakjes of een quilt, heb je vooral meer geduld nodig. Dus ben je een beginner, begin dan met een van de kleinere projectjes.

Maar ook voor gevordereden is dit boek interessant. Want misschien ben jij wel iemand met bergen reststofjes of heb je al zoveel gemaakt, dat je een project met meer aandacht en een rustiger tempo wilt naaien. Dan laat een quilt of tafelkleed jouw geschiedenis aan stofjes zien. Dan zie je stukjes jurk, blouse of kinderschort terug in een nieuw geliefd stoffen gebruiksvoorwerp. Zonder dat dit helemaal perfect en strak hoeft te zijn.

inhoudsopgave

Wat vind ik van de inhoud?

Het boek is mooi en rustig vormgegeven, het past heel goed bij de inhoud en de sfeer van het boek. De voorbeelden zijn enerzijds voor de hand liggend, maar ook weer netjes uitgewerkt tot unieke projecten.

Elk project begint met een introductie en wat je er voor nodig hebt. Tekeningen en foto’s geven een stap voor stap uitleg hoe je het project aanpakt.

Wat ik een leuke aanvulling vind, is het patroon en werkwijze van het populaire linnen schort. Het is een recht schort, waarbij de schouderbanden op de rug kruisen. En er is ruimte voor grote zakken, die niet alleen leuk staan maar ook heel handig zijn.

‘Calm Crossing schort’

Omdat het boek in het Engels is, kunnen de maten wat verwarrend zijn. Wat hierbij kan helpen, is een meetlint met centimeters EN inches in 1. Aan de ene kant gebruik je de centimeters en aan de andere kant staan de inches.

Sashiko; zichtbare reparatie

Heeft dit boek mij geholpen? Of wat doe ik er mee?

Natuurlijk moet ik wat testen! De projecten die ik hieronder laat zien, zijn enerzijds ‘restjes opmaken’, maar ook een uniek product maken door stoffen te combineren. Het zijn niet een van de 20 projecten uit het boek, al staat er een vergelijkbare zak met trekkoord in. Maar geinspireerd door het boek, heb ik het volgende gemaakt:

Een mondkapje van 2 stoffen, omdat ik van de sterren niet meer genoeg had. Nu vind ik dit kapje extra leuk.

Kussenslopen. Boven uit 2 stoffen met verschillende structuur. Onder restjes aan restjes aan restjes genaaid, tot 1 complete kussensloop. Gewoon, omdat ik die stof te mooi vond om niks mee te doen.

 

Voor de stoffen zak, ben ik weer restjes bij elkaar gaan zoeken. Ik vind het geheel leuker, dan de losse stofjes! Door de voering is het zakje lekker sterk en mooi afgewerkt.

Toegegeven; het handwerken heb ik niet gedaan. De losse steken met de hand, met een contrasterend of bijpassend draad. Ik doe het wel eens, als ik bijvoorbeeld een zoom wil versieren. Maar ik houd juist erg van het tempo van naaien. Ik maak graag in 1 avond of dag een kledingstuk of project af. Of een paar dagen. 😉

Conclusie!

Een mooi vormgegeven boek, wat je veel inspiratie geeft om met de Wabi-Sabi levenswijsheid te naaien. Ik denk dat dit ook een duurzame manier van naaien stimuleert; naaien met wat je hebt en van kleine stukjes stof een leuk nieuwe geheel maken. Een aanrader 🙂

Groeten,

Ineke

Ps. Meer inspiratie opdoen, door wat ik naai? Kijk op instagram: naaiatelierkrul en #wabisabisewing

Hoe maak ik een kussensloop?

~Uitleg door Naaiatelier Krul ~

Kussenslopen vrolijken de kamer op!

In deze blog leer je hoe je het patroon voor een basis kussensloop maakt en deze naait. Op de foto’s zie je stap voor stap hoe het moet. Je kan kussens van allerlei formaat van een nieuwe hoes voorzien.

Kussenslopen zijn een leuk beginnersproject. Je maakt niet gauw een fout en ze zijn snel klaar. Bovendien kan je er meteen van genieten, als je je bank of bed ermee opvrolijkt. Als je eenmaal weet hoe je kussenslopen maakt, naai je er zo een heel stel!

Laten we beginnen

De uitleg die ik hier geef, is voor een kussensloop met een flap-over. Je hoeft hier geen rits, knopen met knoopsgaten of drukknopen voor te hebben. Je ziet deze kussenslopen vaak bij dekbedsets, het slaapt wel zo lekker zonder knopen of harde dingen. Maar ook voor kussens op de bank of speelhoek, kan je deze uitleg volgen.

Lees de instructies eerst een keer door en doe dan stap voor stap mee. Ik ga er van uit dat je een naaimachine hebt en weet hoe deze werkt. Rijg bijpassend garen in. Je kan ook je lockmachine gebruiken, maar voor 2 naden heb je echt je naaimachine nodig.

Nog een stofadvies:

Kies voor een kussen om op te slapen een soepel en zacht katoen/bamboe/linnen. Was je jouw beddengoed heet? Was dan de stof ook heet voor, voordat je gaat knippen en naaien. Zo krimpt je kussensloop niet achteraf.

Kies je voor een sierkussen? Dan kan je elk niet-rekkend materiaal kiezen wat je leuk vind. Bijvoorbeeld een dikkere katoen, van canvas dikte. Of fluweel of pluche of een mooie geweven stof… 🙂

Meet het kussen op

Stap 1 – Meten

Als eerste meet je het binnenkussen op. Je meet van naad tot naad. De meeste kussens hebben een standaard maat. Bijvoorbeeld 40 cm bij 40 cm voor een bankkussen. Het kussen wat ik hier als voorbeeld laat zien is 40 cm bij 65 cm. Het wordt een kussensloop voor een hoofdkussen op een bed.

Tip: Is je kussen wat slap en wil je een steviger en voller kussen, maak de hoes dan 1 of 2 cm kleiner. Met een krappere hoes, lijkt het kussen weer voller. Bij een kussensloop voor je bed is een lossere hoes vaak fijner. Maar jij beslist.

We gaan een simpel patroon tekenen

Stap 2 – patroon tekenen op papier

Teken op papier de voor- en achterkant van je kussen (blauwe lijnen). Is het een vierkant, dan teken je een vierkant, is het een rechthoek, dan teken je een rechthoek. Ik heb hier een vierkant getekend, maar mijn kussen is rechthoekig. De berekening is hetzelfde, maar iets duidelijker voor jezelf als de tekening klopt. 😉

binnenmaten en buitenmaten

De binnenmaat van je kussenhoes (blauwe lijnen), past precies op je kussen en is dus even groot als je kussen. Maar je hebt meer stof nodig om de voor- en achterkant van de hoes aan elkaar te naaien, namelijk naadtoeslag. Naadtoeslag is het randje stof wat je nodig hebt om de boel aan elkaar te naaien. En we tekenen een flap als sluiting.

Teken daarom om je binnenmaat de oranje lijnen; 1 x een rechthoek (kussen + flap) en 1x een vierkant/rechthoek, zonder flap. Bij het vierkant/rechthoek met de flap, reken je als naadtoeslag 1,5 cm en de flap wordt ongeveer 1/3 van de breedte van het kussen. Bij de andere voeg je alleen de naadtoeslag (1,5 cm) toe aan alle kanten.

mijn voorbeeld kussen

Hierboven zie je dat ik mijn maten van 40 cm bij 65 cm in de tekening heb toegevoegd en een flap van 20 cm.

Stap 3 – Rekenen

Nu gaan we de berekening maken, hoeveel stof je moet knippen. Ik reken hier 20 cm als flap (ongeveer 1/3 van 65 cm). Gebruik gerust een rekenmachine, zodat je geen fouten maakt.

Waarom die 1,5 cm naadtoeslag? Een bredere naadtoeslag geeft je speling. Is je stof erg rafelig, dan maakt een te smalle naadtoeslag het kussensloop kwetsbaar. De stof kan verder rafelen en er valt een gat in je naad. Ook heb je wat speling, voor als je wat scheef hebt geknipt. Leg je straks de 2 lappen op elkaar en schelen ze 1 cm? Dan kan je ervoor kiezen om ze gelijk te knippen, zonder dat het kussenloop meteen te klein zal worden.

rekenen

de bereking in de tekening zetten (rode cijfers)

Nu zie je dat ik voor een kussen, met een binnenmaat van 40 cm bij 65 cm, een rechthoek van 88 cm bij 43 cm knip en een vierkant van 68 cm bij 43 cm. De groene pijlen geven de stofrichting aan.

Heb ik genoeg stof? Dat weet je na de berekening

 

stof knippen

Stap 4 – Knippen

Meet en teken de maten op je stof. Knip nu de 2 lappen uit je stof. Let op de stofrichting, hoe de draden van de stof lopen. Van boven naar beneden en van links naar rechts. Niet schuin, dan rafelt je stof meer en wordt je kussen niet mooi recht.

Je kan de zelfkant (zijkant met een randje, soms letters) van de stof nemen als uitgangspunt. Die kant van de stof is recht. De kant waar de medewerker de stof voor jou heeft afgeknipt, is niet altijd recht. Of soms heb je stof al ergens anders voor gebruikt. Neem dan nog steeds de zelfkant als uitgangspunt.

Nogmaals, let op de stofrichting, zodat je eventuele opdruk recht op je kussen komt. Stel je maakt een kussensloop met eekhoorntjes, dan zou het jammer zijn als al die eekhoorntjes op hun zij liggen. Bij een rechthoekig kussen voor op je bed, komt de opening aan een van de korte kanten van je kussen. Bij een vierkant kussen, kan je kiezen wat onder en boven is. Zo kan je de stuiting van het kussen aan de onderkant van het kussen krijgen. Bij de lap incl de flap, is een van de korte zijkanten de opening.

een zoom met 2 rijen stiksel

de stof afgewerkt met een zigzag en een zoom met 1 rij stiksel

Stap 5 – zoom naaien op de naaimachine

Ja je leest het goed, je werkt EERST het kussen af met zoomen en zet het DAARNA pas in elkaar.

Werk van beide lappen 1 kant af met een zoom. Bij de lap incl de flap, werk je een korte kant af. Je gebruikt hiervoor de 1,5 cm naadtoeslag.

Hoe een zoom eruit ziet, mag je zelf bepalen. Hierboven zie je 2 voorbeelden. 2 rijen stiksel naast elkaar of de stof afgewerkt met een zigzag en daarna 1 rij stiksel. Of een leuke siersteek op je machine. Let hierbij vooral op jouw stof. Rafelt deze erg? Werk dan de rand eerst af met een zigzag steek. Het ziet er niet alleen netter uit, maar het gaat ook rafelen tegen bij gebruik en in de wasmachine.

Je mag een zoom ook zo netjes afwerken, zoals ik uitleg in deze blog: Hoe maak ik een zoom? Maar let op, we hebben maar 1,5 cm naadtoeslag gerekend. Dus 2x 1,5 cm omvouwen, maakt het kussen 1,5 cm te klein. Wil je wel zo’n mooie dubbel om geklapte zoom, reken dan 3 cm bij de kanten die je gaat omzoomen.

Nu heb je 2 lappen, die beide aan 1 kant is afgewerkt met een zoom.

met goede kanten op elkaar

Stap 6 – op elkaar vouwen

Leg het rechthoek (met flap) met de goede (mooie) kant naar boven op tafel. Leg de andere lap erop, met de goede kant naar beneden. Je naait je project altijd binneste buiten en keert het later om. Daardoor komen de naden aan de binnenkant. Leg de zoomen aan dezelfde kant.

Sla nu de flap van de rechthoek over de kleinere lap. Alles is nog steeds binnenste buiten, je kijkt tegen de achterkant van de stof aan. Je hebt nu een vierkant of rechthoek, die overal ietsje groter is dan je binnenkussen. De flap ligt nu aan de buitenkant, maar is straks (binnenste buiten) aan de binnenkant van de kussensloop.

Zet de 2 lappen aan elkaar met klemmetjes of spelden. Let op dat je bij de flap 3 laagjes stof aan elkaar klemt of speldt.

zet vast met klemmetjes of spelden

Stap 7 – Naaien of locken

We zijn er bijna! Een kant hoef je niet te naaien, daar zit de overslag van de flap. Je naait 3 zijden dicht, op 1,5 cm afstand van de rand van de stof. Want die heb je erbij gerekend. Dit kan met de naaimachine of de lockmachine. Naai je met de naaimachine en is je stof erg rafelig? Werk dan de 3 zijden nog af met de zigzagsteek tegen uitrafelen.

Vergeet met de naaimachine niet om bij begin en eind af te werken, door 3 steken naar voren, 3 steken naar achter te naaien. Bij de lockmachine, kan je de draden een stukje laten hangen, knip ze niet te kort af.

binnenste buiten kussensloop, genaaid met de lockmachine

Tot slot

Keren maar 🙂

omgekeerd, de flap ligt nu binnen

dat zal lekker slapen

Je eerste kussensloop is af! Wellicht zit er een beginnersfoutje in, geen nood, bij je 2e kussensloop gaat het meteen een stuk beter.

En heb je niet genoeg stof? Naai dan verschillende lapjes van dezelfde dikte en materiaal aan elkaar. Zo krijg je een leuk patchwork kussen. Daar heb ik er ook een paar van liggen 😉

Groeten,

Ineke

PS Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

PS 2 Is er lockdown/bezoek restricties? Voor vaste klanten is er mogelijkheid voor online les. Wil je als nieuwe klant een online proefles volgen? Neem contact op voor de mogelijkheden.

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog geef ik uitleg over allerlei soorten (naai)garen. Er is garen in verschillende prijs- en kwaliteitsklassen, maar ook garen voor verschillende naaiklusjes. Lees het hier 🙂

Soms zoek je gewoon de perfecte kleur garen, die past bij je stof. Maar let je ook op de kwaliteit of de functie van het garen? Ik zet ze hier voor je op een rij. Dan kan jij kiezen welke je nodig hebt.

Verzameldoos Gütermann naaigaren

Naaigaren

Eerst wat uitleg over wat naaigaren is en hoe je kwaliteitsgaren herkent. Garen voor je naaimachine zit op een klosje. De klosjes kunnen van plastic, karton of hout zijn. Er kan een merkje op een van de kanten staan. Bij het merkje staat of het katoen of polyester of rayon is. Het garen kan mat of glanzend zijn. Op sommige klosjes zit 100m tot aan wel 1000m. Dat zie je niet altijd aan de dikte van het klosje, omdat de binnenkant dik of extra hol kan zijn. Er zit altijd een hol buisje in, om het klosje op je naaimachine te zetten.

Doosje met allerei soorten garen, van verschillende merken

Verschillende prijsklassen, maakt het verschil?

Als je begint met naaien, kom je er al snel achter dat je tussen de €0,50 tot €5,00 kunt uitgeven aan een klosje garen. Goedkoper garen, is minder sterk en pluist meer. Dit kan je zien door garen van 2 kwaliteiten samen te vergelijken onder een lamp. Zoals hieronder op de tekening, zie je links kwaliteits garen en rechts goedkoper garen. Garen van minder kwaliteit is prima om mee te naaien, zeker als je net begint. Maar nadelen aan lage kwaliteit zijn; meer pluisjes in je machine, dus vaker schoonmaken. Hoger risico op knappende naden van je gemaakte kledingstuk. Soms problemen met je machine, door knappend garen tijdens het naaien of verschil in spanning door verschillende dikte draden.

Garen op een rijtje, van goedkoop naar duur:

  • De goedkoopste klosjes zijn merkloos. Te koop op markt of action. Vaak losse klosjes in een graai bak of een assortiment in een plastic doos. Hema had vroeger kwaliteitsgaren, nu niet meer.
  • Een middenklasse merk, wat bijvoorbeeld op de markt te koop is, is Goldmann. Het merkje staat erop en is beschikbaar in vele kleuren. Gesorteerd in een bak op kleur of een rek, waar je er een uit kan pakken.
  • Een bekend duurder merk is Gütermann, vaak te koop op de markt (ook in zo’n gesorteerde bak) en zeker in alle stof- en fourniturenwinkels (ook online). Andere duurdere merken zijn; Amanda, Madeira, Amann of Brildor.
  • Duurzaam garen, van biologisch katoen, van Scanfil. Online te koop in vele kleuren. Duurder, ja, maar past dit bij je duurzame levensstijl/keuzes, dan is het te koop.

Biologisch katoenen garen op houten klosjes

Ook vintage garen is goed, van merken die niet meer bestaan. Je vindt ze in een tweedehands winkel of uit een naaimandje van een oma of tante. Merken zoals Groene clown, Epic, Borgo of Unigarn. Gütermann en Amann ook, deze bedrijven verkopen nog steeds garen. Als het garen in W. Germany gemaakt is, weet je dat het oud is, want Duitsland bestaat al lang niet meer uit een oost en een west. Deze oude merken zijn van goede kwaliteit en nog prima te gebruiken!

Klosjes garen uit kringloopwinkel, oude merken als Groene clown, Epic, Borgo of Unigarn

Met glanzend garen kan je je sierstiksel extra laten opvallen. Op deze klosjes zit garen wat bedoeld is voor op je naaimachine, de klosjes passen op de houder van de machine. Zorg dat de spanning van je naaimachine goed is, zodat je het glazende garen mooi aan de bovenkant van je stof ziet.

Burduurgaren voor de naaimachine, voor siersteken

Spoeltjes

Een deel van het garen van je klosje, zet je over op je spoeltje. Ik schat dat er zo’n 25 meter op je spoeltje past. Tijdens het naaien, moet je je spoeltje soms 1 of meerdere keren opnieuw opwinden (met de machine, voor een evenwichtige spanning). Een voorraadje spoeltjes is handig, dan heb je jouw meest gebruikte kleuren meteen paraat. En hoef je niks af te wikkelen of over elkaar heen te winden. Let op dat de spoeltjes goed in jouw machine passen.

assortiment spoeltjes. deze zijn voor mijn Brother naaimachine. mijn Pfaff machine gebruikt andere spoeltjes

Lockgaren

Heb je een (over-/cover-)lockmachine, dan zijn kleine klosjes van de naaimachine veel te snel op. Daarom gebruik je grote conen met een paar kilometer garen per stuk. Lockgaren heb je ook in verschillende prijzen en kwaliteit. Merkloze conen in vele kleuren zijn te koop op de markt of bij de stoffenwinkel. Van bijvoorbeeld €1,50-€3,00 per stuk.

Verschillende kleuren lockgaren op een coon

Deze lockgaren zijn prima te gebruiken op de lockmachine. Doordat het stiksel van de lockmachine uit 4 draden bestaat, wordt de druk die wordt uitgeoefend op de naad wat meer verdeeld. Daarom geeft het niet dat dit garen van mindere kwaliteit is. De machine vindt het minder erg om erg stoffig te worden, dat gebeurt sowieso al door het knippen van de stof (een lockmachine knipt en werkt de rand meteen af). Nog steeds regelmatig je machine schoonmaken 😉

Let op: gebruik dit merkloze lockgaren niet op je naaimachine, daar is de kwaliteit dus te laag voor. Met als risico: knappend garen tijdens het naaien of knappende naden tijdens het dragen van je kleding!

links vintage garen, midden en rechts goedkoop garen.

Ook bij tweedehands winkels zijn lockgaren te vinden. Je kan het merkje vinden in de binnenkant van de coon. Oude merken als Epic, Darius en Azan. Je voelt dat dit garen ook dikker is, je kan de kwaliteits test doen, zoals op de tekening die ik eerder liet zien. Met lockgaren van hoog kwaliteit kan je ook naaien op de naaimachine. Zet de coon dan achter je machine en zorg dat het draad goed kan afwikkelen. Verder inrijgen zoals bij jouw machine hoort.

duurzaam EN de beste kwaliteit die ik tot nu toe heb gehad

Mijn recente vondst is het biologische lockgaren van Scanfil. Vrij prijzig, namelijk rond de €19,- per coon van 5000 m. Maar met dit super kwalitatieve garen, kan je locken, naaien en knopen aanzetten. En met een aantal basis kleuren, kan je de komende 10 jaar naaien 😉 Ik wou dat ik hier 5 jaar geleden in had kunnen investeren. Dat had me vele losse klosjes wit, zwart en donker blauw gescheelt.

links beste kwaliteit, andere goedkope kwaliteit

Kan je ook met naaigaren ook naaien op de lockmachine?

Als je ook voor je lock afwerking een passend garen wil hebben voor je stof, is er een trucje. Over het algemeen zie je het lockgaren niet, bij het dragen van je kledingstuk. Alleen als er wat spanning op de naad komt, zoals bij het kruis van een joggingbroek of de zijnaden van een t-shirt, zie je het garen tevoorschijn komen. Om dan zo onopvallend mogelijk garen te zien, terwijl je alleen basiskleuren in je lockgaren assortiment hebt, kan je een klosje naaigaren gebruiken.

Hieronder zie je dat ik de meest linkse coon heb vervangen door een klosje. Het opvul stukje, wat normaal onder de coon zit, kan er af. Je rijgt het draad in zoals je normaal zou doen. Na het locken, is dus de genaaide naad, die het snelst zichbaar wordt, in een passende kleur. Bingo!

linker coon vervangen door klos garen

Bij spanning op de naad, zie je het garen verschijnen. In dit geval een bijpassende kleur

Rijggaren

Een heel ander soort garen, wat juist expres snel breekt, is rijggaren. Dit gebruik je om je kledingstuk tijdelijk in elkaar te zetten, om te kunnen passen. Zo heb je geen prikkende naalden in je kledingstuk. Waar dit rijggaren ook echt een helpende hand is, is voor het tijdelijk vastzetten van ritsen, kragen of andere moeilijke couture technieken. Spelden of klemmetjes kunnen echt in de weg zitten bij het naaien, of de stof verschuift zodra je de spelt eruit trekt.

Rijggaren in wit en rood

Je rijgt met grote steken van 1 tot 1,5 centimeter, in een afstekende kleur. Je kan gewoon over het rijggaren heen naaien en dit later verwijderen. Het breekt makkelijk en is ook tussen naden en stiksel uit te krijgen. Je kan er zachtjes aan trekken en dan scheurt het tussen het sterkere garen uit. Gebruik een tornmesje en ga voorzichtig te werk.

Reparatiegaren

Een aparte categorie om te noemen, is ijzergaren. Dit sterke reparatiegaren zit op een ster van plastic of karton. Ik gebruik dit garen om knopen mee aan te zetten. Het garen zelf knapt niet, is ook niet stuk te trekken. Let wel goed op, dat je genoeg lengte neemt om goed af te werken en goede knopen te leggen. Want het garen knoopt niet zo lekker en wil dan langzaam gaan door wrijving. Maar nagenoeg onbreekbaar dus. Moet je door dikke stof heen naaien, gebruik dan een vingerhoedje om de achterkant van de naald door de stof te duwen. Scheelt je een pijnlijk vinger.

ijzergaren

reparatie set, basis naaisetje voor handwerk

Borduurgaren

Een andere catagorie garen, is borduurgaren. Dit zit niet op klosjes, maar in bundels. Je kan hier je kleding, sjaals of tassen prachtig mee versieren, door figuren of letters te borduren. Er zijn vele steken, waarmee je X-jes maakt of juist vlakken invult. Je gebruikt een naald en een papieren voorbeeld of je verzint zelf iets. Het dikkere garen geeft sneller resultaat. Met naaigaren zou je maar een heel subtiel/ielig figuurtje krijgen. Met borduurgaren kan je zelf kiezen hoeveel draden uit de bundel je neemt. Ik gebruik borduurgaren ook wel eens om een gat in kleding te dichten en mooi te versieren met een bloemetje.

niet voor de naaimachine, wel voor handwerk

Zo, dat is wel genoeg garen! En dan hebben we het nog niet gehad over brei garen… 😉 Bedenk dus goed, als je garen koopt, waarvoor je het nodig hebt. En of het de investering waard is, om meer geld uit te geven.

Ik ben zelf ook begonnen met vele kleuren goedkoop garen. Na een paar bakjes met oude klosjes te hebben gekregen, merkt ik al snel dat (oude) merken toch echt beter garen betekend. Vind je de perfecte kleur garen duur, koop dan een ‘klein’ klosje met 100m van een merk. Naai vervolgens je kledingstuk met zwart of wit, van een volume voordeel klos (wel van een merk). En naai het sierstiksel, dus alle zichtbare stiksels, met je mooie gekozen klosje bijpassende kleur. Dan heb je de buitenkant mooi bijpassend en de binnenkant stevig wit of zwart genaaid.

Groeten,

Ineke

PS, geen van deze producten zijn gesponserd, het is gewoon mijn mening 🙂