Tag Archive for: naai uitleg

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog geef ik uitleg over veel gebruikte zelfmaakmode tijdschriften. Burda, Knipmode en meer! Ik leg je uit wat je er mee kunt en welke patronen geschikt zijn voor beginners.

Veel mensen zoeken online naar patronen, kijken Youtube filmpjes of denken dat je alles zelf moet bedenken. Maar er zijn makkelijk te verkrijgen tijdschriften met vele patronen EN uitleg in het Nederlands. Ik geef antwoord op de volgende vragen: Welke tijdschriften zijn er in het Nederlands te koop? Waar koop of leen ik deze? Welke zijn geschikt voor beginners? Hoe werk je met een zelfmaakmode tijdschrift?

Inhoudsopgave van een Burda Kids Easy

 

Welke tijdschriften zijn er in het Nederlands te koop?

Knipmode is een van de bekendste zelfmaakmode tijdschriften en gaat al even mee ( sinds 1969). Waarschijnlijk heeft je moeder/tante/buurvrouw hier vroeger al mee gewerkt. Nederlands tijdschrift, gebaseerd op gemiddelde Nederlandse maten. KnipKids, is het kinder tijdschrift van Knipmode.

Burda is een andere grote speler, een tijdschrift dat al ruim 70 jaar bestaat (sinds 1949), vertaald uit het Duits. Burda tijdschriften hebben nu specifieke doelgroepen, zoals; Burda Style, Burda Easy, Burda Curvy, Burda Kids, Burda Kids Easy, Burda Baby Easy. Ik ben groot fan van de Burda Easy voor beginners!

Ottobre design, een Fins blad, ligt ook al jaren in de Nederlandse winkels (sinds 2006). Ook zij hebben een Ottobre Kids (sinds 2000). Ik zie de Scandinavische filosofie van het belang van buiten spelen terug in hun ontwerpen; lekker zittende kinderkleding. Past ook goed bij het Nederlandse weer.

La Maison Victor, is helaas net gestopt, maar was jarenlang een van mijn favoriete bladen. Een Vlaams blad, dat er qua vormgeving modern uitzag. Ik heb er vele leuke tops en vesten uit genaaid.

Fibre Mood, een jonger blad (sinds 2018) dat wint aan populariteit. Internationaal met een online platform om je genaaide kleding te delen. Moderne insteek met betere instructies en filmpjes.

Simplicity, internationaal zelfmaakmode tijdschrift, met vertaalde instructies in het Nederlands.

Ottobre en Knipmode, met heren kleding erin

 

Waar koop of leen ik zelfmaakmode tijdschriften?

De meeste van bovenstaande tijdschriften zijn te koop bij supermarkten (met een wat groter tijdschriften assortiment) en boekhandels en AKO op stations. Maar ook in de bibliotheek kan je een aantal tijdschriften lenen! De nieuwste tijdschriften zijn alleen in te kijken in de bieb zelf, maar oudere exemplaren mag je lenen voor thuis.

Welke tijdschriften zijn geschikt voor beginners?

Je kunt een tijdschrift kiezen dat al speciaal voor beginners is, zoals de Burda Easy. Ik vind Simplicity NIET makkelijk, ondanks de naam haha. Ook wil je dat het tijdschrift enigszins modern is, want ze verbeteren de instructies naar het niveau van de huidige klanten. De instructies van de nieuwste Knipmode zijn 10x zo goed te volgen dan die uit bijvoorbeeld 2008.

Maar elk tijdschrift heeft makkelijkere en moeilijkere patronen/kledingstukken in hun blad. Meestal staat de moeilijkheidsgraad aangegeven met bolletjes of sterretjes. 1 of 2 is makkelijk en 3, 4 moeilijker en 5 voor gevorderden.

1 van 4 moeilijkheidsgraad, uit La Maison Victor

2,5 van 5 moeilijkheidsgraad uit Knipmode

Wat maakt een kledingstuk dan makkelijk of moeilijker? Vooral het aantal couture technieken; knopen met knoopsgaten, een rits, een kraag, speciale zakken met flappen, coupenaden. Een makkelijke trui heeft geen sluitingen, maar trek je over je hoofd aan. Een moeilijkere trui heeft een ritsje bij de hals of een volledige rits en capuchon. Een makkelijke jurk heeft een lossere pasvorm met een elastiek of koord voor vorm in de taille. Een moeilijkere jurk heeft veel losse patroondelen en knoopjes, plooien of rimpelingen.

 

Hoe werk je met een zelfmaakmode tijdschrift?

Bij elk tijdschrift doorloop je de volgende stappen:

  • Kies welk kledingstuk je wilt maken
  • Bekijk de foto’s van het gemaakte kledingstuk en de tekeningen en instructies globaal
  • Meet de maten die je nodig hebt met een meetlint op je lichaam, voor je maat. Elk tijdschrift heeft een eigen maattabel (vanwege de gemiddelde maten uit hun land). Kies de maat die het beste past bij jouw maten. (Maatwerk leer je bij naailes 😉 )

Maattabel van Knipmode, de inclusiviteit van grotere maten is verbeterd

Vanaf hier volg je de instructies op uit het tijdschrift. Zoals hoeveel en welke soort stof je kunt kopen voor het kledingstuk. En hoe je patronen overneemt van het radarblad.

Er zit dus echt verschil in de uitleg tussen de zelfmaakmode tijdschriften. Bekijk ze op je gemak voordat je er een koopt. Sommige tijdschriften gebruiken alleen tekst en heel minimaal, dat is best moeilijk te begrijpen! Andere tijdschriften gebruiken dus afbeeldingen bij hun uitleg of verwijzen naar instructiefilmpjes op hun site.

Instructies van Burda Kids Easy

Instructies van Knipmode

Instructies van Burda Style

Goede uitleg scheelt je veel frustraties als beginners, maar ook als gevorderden. Maar kom je er niet uit en vind je het naaien wel heel leuk, zoek dan naailes bij Naaiatelier Krul of iemand bij jou in de buurt. Na een paar gelukte kledingstukken, snap je thuis de instructies van de zelfmaakmode tijdschriften veel beter.

Groetjes,

Ineke

PS. Op de website van de zelfmaakmode tijdschriften vind je ook leuke extra’s zoals enkele gratis patronen of kortingen.

Website van Knipmode

Website van Burda

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog zet ik een oude en nieuwe naaimachine naast elkaar. Kunnen de machines hetzelfde? Welke machine is het meest geschikt voor een beginner? Wat zijn voor- en nadelen? Lees het hier 🙂

Veel mensen die bij mij op naailes komen hebben de volgende vragen; kan ik aan de slag met de oude machine van (ouder) familielid? Zal ik een nieuwe kopen en welke prijs is goed? Kan een nieuwe machine meer dan een oude? Ik neem je mee in een vergelijking tussen 2 machines. Een Anker naaimachine uit de jaren ’60 (productie gestopt) en een Brother naaimachine die nu te koop is.

Het gaat er niet om welke machine beter is, maar de vergelijking tussen oud en nieuw. De Anker is mechanisch, de Brother is electronisch. Ze zijn beide elektrisch. De Anker naaimachine is nagekeken en werkt.

Ik test de machines op de volgende punten:

  • het inrijgen van de machine
  • het naaien van basis steken op katoen
  • het naaien van basis steken op tricot
  • het maken van een knoopsgat
  • extra vergelijkingspunten, onder andere kosten.

En tussendoor geef ik nog wat gouden tips.

Het inrijgen van de machine

Op de Anker naaimachine zijn 2 opklap pinnen gemaakt, je ziet vrij duidelijk dat daar een klosje garen op moet. Het 2e pinnetje gebruik je bij een tweelingnaald. Hoe je daarna het garen inrijgt vergt een aantal stappen. Gelukkig staat er een afbeelding op de machine (A t/m I), waar je ziet hoe het garen moet lopen. De meeste oude machines hebben dit niet, raadpleeg dan de gebruiksaanwijzing.

Het spoeltje (dat kleine platte klosje wat je zelf moet opwinden met de machine) gaat onderin de machine. Daar heb je de gebruiksaanwijzing wel voor nodig. Het kost de nodige stappen en handigheid om dat er juist in te doen. Klepje open, spoelhuisje eruit, spoeltje op juiste wijze in dat huisje, draad erdoor trekken, spoelhuisje weer in de machine zetten, klepje dicht.

Als laatste stap moet je het garen van het spoeltje nog naar boven halen (zie gebruiksaanwijzing) en dan kan je beginnen met naaien. 🙂

Op de Brother naaimachine zet je het klosje ook bovenop de machine. In dit geval op een uitklap pin en er moet een schijfje op, zodat het klosje er niet af valt. Op de machine staat een afbeelding en met cijfers en pijltjes staat aangegeven hoe je deze inrijgt. Er staat ook een afbeelding hoe je inrijgt voor het opwinden van een spoeltje, handig.

Het spoeltje gaat zichtbaar van bovenaf in de machine. Dit is nieuw en een gebruiksvriendelijke verandering ten opzichte van oude machines. Er staat weer een afbeelding bij hoe je het spoeltje plaatst. Klepje er af, spoeltje erin, draadje langs een paar punten halen, klepje erop.

Bij deze machine kan je meteen beginnen met naaien, je hoeft het onderdraad niet naar boven te halen. Dit geldt niet voor alle nieuwe machines.

Mijn oordeel: De nieuwe machine is duidelijk makkelijker in te rijgen. Doordat je minder stappen hoeft te doorlopen en meer wordt gestuurd met afbeeldingen. Maar bij beide moet je doorhebben wat de bedoeling is; een klosjes garen van boven en een spoeltje met garen van onder. En het garen door de naald steken, 3x is scheepsrecht.

Tip: Als je ergens een foutje maakt, haakje overslaan of verkeerde richting van afwikkelen van het spoeltje, zie je dit terug in het stiksel. Er komen lussen of het garen breekt meteen. Eerste stap is het inrijgen nalopen of even opnieuw doen. Vaak is je probleem dan al verholpen.

Het naaien van basis steken op katoen

Ok laten we beginnen met een lapje katoen. Een rechte steek, met afwerken aan het begin en het einde. Een zigzagsteek en een stapsgewijze zigzagsteek. Deze 3 steken gebruik ik het meeste en zijn daarom interessant om te vergelijken. Voor de Anker machine gebruik ik zwart garen en voor de Brother gebruik ik rood garen.

Voorkant van de proeflapjes

Beide machines maken prima steken. De rechte is netjes, met afwerking aan begin en einde. Bij elke machine zit de achteruit knop ergens anders. Bij de zigzag van de Anker naaimachine moest ik wat uitproberen om de juiste lengte en breedte te krijgen. Dit staat niet zo duidelijk op de draaiknoppen. Bij de Brother naaimachine kies je uit een steek op het display en daarna kan je de lengte en breedte aanpassen.

Achterkant van de proeflapjes

Oeps, aan de achterkant van de lapjes, zie ik dat de spanning van de Anker naaimachine niet helemaal goed is. Hoe zie ik dat? Steken met een naaimachine moeten er aan de voor en achterkant bijna precies hetzelfde uitzien. De spanning tussen het boven- en onderdraad moet gelijk zijn. Bij de zigzagsteken met zwart, zie je op de achterkant van het proeflapje geen mooie zigzaggen, maar een smallere lijn. De draden trekken aan elkaar. Dit ziet er minder mooi uit en is ook minder stevig.

Om dit op te lossen, raadpleeg je de gebruiksaanwijzing van je naaimachine. Daar staat uitleg over welke knoppen of schroefje je moet draaien om dit goed te krijgen. Komt je naaimachine net uit de winkel of is deze net nagekeken door een reperateur, dan moeten de steken meteen goed zijn. Vaak zit er nog een proeflapje onder het voetje, waar de reperateur of controleur van de fabriek proefsteken op heeft gemaakt.

Tip: ga niet zomaar aan knoppen draaien. Maak eventueel eerst een foto van de knoppen, wat hun begin stand waren. Zo kan je weer terug naar ‘af’ en bijvoorbeeld het inrijgen nog een keer checken. En naai altijd eerst op een proeflapje; een stukje van de stof die je gaat naaien, in de dikte (bijvoorbeeld 2 of 3 lagen) die je gaat naaien. Test de steken die je wilt gebruiken. En bekijk vooral de achterkant, of alles er mooi uit ziet.

Mijn oordeel: beide machines naaien de basissteken op katoen. Afwerken gaat ook bij allebei goed. Mijn ervaring met deze oude machine is dat de spanning sneller fout zit dan bij de nieuwe machine. Heeft jouw/de oude machine lang stil gestaan? Laat deze dan even nalopen bij een reperateur. Dan naaien ze vaak weer als een zonnetje.

Het naaien van basis steken op tricot

Nu gaan we een stapje verder, namelijk met een tricot lapje. Veel mensen willen ook t-shirts of kinderkleding naaien en daarvoor moet de machine net iets meer kunnen dan alleen recht en zigzag.

Een rekkende steek voor een naad in tricot

Tot mijn verbazing zat er een steek op de Anker naaimachine die je kunt gebruiken voor rekkende stoffen. Het is een herhalende steek, die er voor zorgt dat als je aan de stof trekt, de steek mee rekt. En niet knapt. Want de steek moet evenveel kunnen meerekken als de stof, om knappende naden te voorkomen. Op de Brother machine gebruik ik hiervoor een mini-zigzag, een bliksemschicht.

Boven Brother, onder Anker

Beide steken zien er aan de goede kant, de kant waar je tegenaan kijkt, prima uit. De Anker machine heeft wel wat meer getrokken aan de stof, daardoor is de naad wat bobbeliger.

Een afwerking steek voor een zoom in tricot

En hier zie je de stapsgewijze zigzagsteek. Deze gebruik ik voor het makkelijk afwerken van zoomen. Zoals de onderkant van je shirt of de mouwen. Bij de Anker machine was het weer even zoeken naar de steek lengte. Deze steek als zoom, bijvoorbeeld bij je pols, rekt dus mee met de stof.

Mijn oordeel: Ook met tricot weten beide machines raad. Dat valt me eigenlijk wel mee. Wat dat betreft hoeft deze oude machine nog niet aan de kant geschoven 😉 Ik vind het eindresultaat van de Brother wel iets netter.

Het maken van een knoopsgat

Nog een stapje verder, een knoopsgat maken. Nieuwe naaimachines pochen met hun makkelijke knoopsgaten functies. Eens kijken of dat waar is.

Beide machines hebben een speciaal voetje voor een knoopsgat. Links de Anker machine en rechts de Brother. Helaas, ook met de gebruiksaanwijzing van de Anker naaimachine, krijg ik geen knoopsgat voor elkaar. En ik heb echt al op tientallen oude en nieuwe machines genaaid. Ik vind de gebruiksaanwijzing ingewikkeld en de draaiknoppen en verschillende stappen die je moet doen, het wordt niks.

De Brother doet wel wat die belooft. Lapje eronder, knopje indrukken en hij maakt het knoopsgat helemaal automatisch.

Mijn oordeel: een knoopsgat maken, daar kan je tegenop zien. De Brother naaimachine kan het je door middel van software (electronisch) dus heel makkelijk maken. Maar vrees niet, ik heb op andere oude naaimachines wel mooie knoopsgaten gezien. Daarbij waren de stappen duidelijker.

Extra vergelijkingspunten

Gewicht… dat is nogal een verschil! De Anker naaimachine weegt 9 kilo. Deze Brother naaimachine is extra lichtgewicht en weegt 4 kilo. Het is ook duidelijk te zien en te voelen dat de Anker voornamelijk uit metalen onderdelen bestaat, behalve het tafel en bakje gedeelte wat je er af kan halen. De Brother heeft metalen onderdelen vervangen door plastic wat hem zo licht maakt. Sommige onderdelen voelen daardoor minder stevig. Onderdelen van nieuwe machines zijn bij te bestellen, als een repareteur hem onder handen neemt.

Als je de machine weinig verplaatst, omdat je een vaste werkplek hebt, maakt gewicht niet zoveel uit. Als je de machine uit de kast of van zolder moet halen of je wilt je de machine meenemen naar les of een vriend(in), maakt gewicht meer uit. Er zijn ook naaimachine tassen en trolleys die vervoer makkelijker maken.

Kosten… als je begint met naaien en je krijgt van iemand een oude naaimachine, scheelt dat in je portemonnee. Heeft de machine lang stil gestaan, reken dan tussen de €50,- (nakijken) en €100,- (onderdeel vervangen) aan reperatiekosten.

De Brother naaimachine in deze vergelijking kost €350,- Speciaal lichtgewicht, voor vervoer en lesgeven.

Je hebt nieuwe naaimachines vanaf €100,-. Maar deze machines naaien, zoals iets wat goedkoop is; ze maken meer geluid en kunnen sneller problemen krijgen. Ook de accessoires erbij zijn goedkoper. Een oudere machine (van een goed merk) laten opknappen bij de naaimachine reparateur is dus zeker een optie. Of een tweedehandse bij de naaimachine winkel.

Machines van €500,- en meer koop je meestal pas als je dagelijks wil gaan naaien en graag allerlei siersteken en foefjes wilt. Of omdat je gewoon verliefd wordt op een mooie 😉

Steken kiezen… de oude machine vraagt wat inzicht in knoppen draaien en steken uitproberen. Je ziet niet meteen wat je gaat naaien. De nieuwe machine geeft de steken op de machine aan met een afbeelding. Met de knopjes kies je de steek en je kan meteen naaien. De software zorgt dus voor het verplaatsen van de naald en het veranderen van de breedte en lengte.

Nog een extra tip: Laat de draden na het afknippen altijd lang, 5 cm. Zo voorkom je, zeker bij oudere machines, dat je garen steeds uit de naald vliegt!

Eind conclusie: Verschillende mensen, verschillende wensen 🙂

Maar ben jij een beginner die gewoon aan de slag wilt en lekker wil puzzelen met een machine? Dan kan je prima op een oude machine aan de slag. Jij komt er wel uit. Ga gewoon beginnen met een tas of eenvoudige jurk.

Maar ben je een beginner die “help” roept bij knappende draden of uitdagende gebruiksaanwijzingen? Dan is een nieuwe machine waarschijnlijk meer geschikt voor jou, waarbij de machine zelf je meer op weg helpt. (Wist je dat de Brother naaimachine een foutmelding geeft, als je iets vergeet te doen? Het is net een naaijuf hahaha).

Groeten,

Ineke

PS. Wil je machines uitproberen? Dit kan vrijblijvend bij naaimachine winkels. Maar ook bij mij op les.

Hoe maak ik een kussensloop?

~Uitleg door Naaiatelier Krul ~

Kussenslopen vrolijken de kamer op!

In deze blog leer je hoe je het patroon voor een basis kussensloop maakt en deze naait. Op de foto’s zie je stap voor stap hoe het moet. Je kan kussens van allerlei formaat van een nieuwe hoes voorzien.

Kussenslopen zijn een leuk beginnersproject. Je maakt niet gauw een fout en ze zijn snel klaar. Bovendien kan je er meteen van genieten, als je je bank of bed ermee opvrolijkt. Als je eenmaal weet hoe je kussenslopen maakt, naai je er zo een heel stel!

Laten we beginnen

De uitleg die ik hier geef, is voor een kussensloop met een flap-over. Je hoeft hier geen rits, knopen met knoopsgaten of drukknopen voor te hebben. Je ziet deze kussenslopen vaak bij dekbedsets, het slaapt wel zo lekker zonder knopen of harde dingen. Maar ook voor kussens op de bank of speelhoek, kan je deze uitleg volgen.

Lees de instructies eerst een keer door en doe dan stap voor stap mee. Ik ga er van uit dat je een naaimachine hebt en weet hoe deze werkt. Rijg bijpassend garen in. Je kan ook je lockmachine gebruiken, maar voor 2 naden heb je echt je naaimachine nodig.

Nog een stofadvies:

Kies voor een kussen om op te slapen een soepel en zacht katoen/bamboe/linnen. Was je jouw beddengoed heet? Was dan de stof ook heet voor, voordat je gaat knippen en naaien. Zo krimpt je kussensloop niet achteraf.

Kies je voor een sierkussen? Dan kan je elk niet-rekkend materiaal kiezen wat je leuk vind. Bijvoorbeeld een dikkere katoen, van canvas dikte. Of fluweel of pluche of een mooie geweven stof… 🙂

Meet het kussen op

Stap 1 – Meten

Als eerste meet je het binnenkussen op. Je meet van naad tot naad. De meeste kussens hebben een standaard maat. Bijvoorbeeld 40 cm bij 40 cm voor een bankkussen. Het kussen wat ik hier als voorbeeld laat zien is 40 cm bij 65 cm. Het wordt een kussensloop voor een hoofdkussen op een bed.

Tip: Is je kussen wat slap en wil je een steviger en voller kussen, maak de hoes dan 1 of 2 cm kleiner. Met een krappere hoes, lijkt het kussen weer voller. Bij een kussensloop voor je bed is een lossere hoes vaak fijner. Maar jij beslist.

We gaan een simpel patroon tekenen

Stap 2 – patroon tekenen op papier

Teken op papier de voor- en achterkant van je kussen (blauwe lijnen). Is het een vierkant, dan teken je een vierkant, is het een rechthoek, dan teken je een rechthoek. Ik heb hier een vierkant getekend, maar mijn kussen is rechthoekig. De berekening is hetzelfde, maar iets duidelijker voor jezelf als de tekening klopt. 😉

binnenmaten en buitenmaten

De binnenmaat van je kussenhoes (blauwe lijnen), past precies op je kussen en is dus even groot als je kussen. Maar je hebt meer stof nodig om de voor- en achterkant van de hoes aan elkaar te naaien, namelijk naadtoeslag. Naadtoeslag is het randje stof wat je nodig hebt om de boel aan elkaar te naaien. En we tekenen een flap als sluiting.

Teken daarom om je binnenmaat de oranje lijnen; 1 x een rechthoek (kussen + flap) en 1x een vierkant/rechthoek, zonder flap. Bij het vierkant/rechthoek met de flap, reken je als naadtoeslag 1,5 cm en de flap wordt ongeveer 1/3 van de breedte van het kussen. Bij de andere voeg je alleen de naadtoeslag (1,5 cm) toe aan alle kanten.

mijn voorbeeld kussen

Hierboven zie je dat ik mijn maten van 40 cm bij 65 cm in de tekening heb toegevoegd en een flap van 20 cm.

Stap 3 – Rekenen

Nu gaan we de berekening maken, hoeveel stof je moet knippen. Ik reken hier 20 cm als flap (ongeveer 1/3 van 65 cm). Gebruik gerust een rekenmachine, zodat je geen fouten maakt.

Waarom die 1,5 cm naadtoeslag? Een bredere naadtoeslag geeft je speling. Is je stof erg rafelig, dan maakt een te smalle naadtoeslag het kussensloop kwetsbaar. De stof kan verder rafelen en er valt een gat in je naad. Ook heb je wat speling, voor als je wat scheef hebt geknipt. Leg je straks de 2 lappen op elkaar en schelen ze 1 cm? Dan kan je ervoor kiezen om ze gelijk te knippen, zonder dat het kussenloop meteen te klein zal worden.

rekenen

de bereking in de tekening zetten (rode cijfers)

Nu zie je dat ik voor een kussen, met een binnenmaat van 40 cm bij 65 cm, een rechthoek van 88 cm bij 43 cm knip en een vierkant van 68 cm bij 43 cm. De groene pijlen geven de stofrichting aan.

Heb ik genoeg stof? Dat weet je na de berekening

 

stof knippen

Stap 4 – Knippen

Meet en teken de maten op je stof. Knip nu de 2 lappen uit je stof. Let op de stofrichting, hoe de draden van de stof lopen. Van boven naar beneden en van links naar rechts. Niet schuin, dan rafelt je stof meer en wordt je kussen niet mooi recht.

Je kan de zelfkant (zijkant met een randje, soms letters) van de stof nemen als uitgangspunt. Die kant van de stof is recht. De kant waar de medewerker de stof voor jou heeft afgeknipt, is niet altijd recht. Of soms heb je stof al ergens anders voor gebruikt. Neem dan nog steeds de zelfkant als uitgangspunt.

Nogmaals, let op de stofrichting, zodat je eventuele opdruk recht op je kussen komt. Stel je maakt een kussensloop met eekhoorntjes, dan zou het jammer zijn als al die eekhoorntjes op hun zij liggen. Bij een rechthoekig kussen voor op je bed, komt de opening aan een van de korte kanten van je kussen. Bij een vierkant kussen, kan je kiezen wat onder en boven is. Zo kan je de stuiting van het kussen aan de onderkant van het kussen krijgen. Bij de lap incl de flap, is een van de korte zijkanten de opening.

een zoom met 2 rijen stiksel

de stof afgewerkt met een zigzag en een zoom met 1 rij stiksel

Stap 5 – zoom naaien op de naaimachine

Ja je leest het goed, je werkt EERST het kussen af met zoomen en zet het DAARNA pas in elkaar.

Werk van beide lappen 1 kant af met een zoom. Bij de lap incl de flap, werk je een korte kant af. Je gebruikt hiervoor de 1,5 cm naadtoeslag.

Hoe een zoom eruit ziet, mag je zelf bepalen. Hierboven zie je 2 voorbeelden. 2 rijen stiksel naast elkaar of de stof afgewerkt met een zigzag en daarna 1 rij stiksel. Of een leuke siersteek op je machine. Let hierbij vooral op jouw stof. Rafelt deze erg? Werk dan de rand eerst af met een zigzag steek. Het ziet er niet alleen netter uit, maar het gaat ook rafelen tegen bij gebruik en in de wasmachine.

Je mag een zoom ook zo netjes afwerken, zoals ik uitleg in deze blog: Hoe maak ik een zoom? Maar let op, we hebben maar 1,5 cm naadtoeslag gerekend. Dus 2x 1,5 cm omvouwen, maakt het kussen 1,5 cm te klein. Wil je wel zo’n mooie dubbel om geklapte zoom, reken dan 3 cm bij de kanten die je gaat omzoomen.

Nu heb je 2 lappen, die beide aan 1 kant is afgewerkt met een zoom.

met goede kanten op elkaar

Stap 6 – op elkaar vouwen

Leg het rechthoek (met flap) met de goede (mooie) kant naar boven op tafel. Leg de andere lap erop, met de goede kant naar beneden. Je naait je project altijd binneste buiten en keert het later om. Daardoor komen de naden aan de binnenkant. Leg de zoomen aan dezelfde kant.

Sla nu de flap van de rechthoek over de kleinere lap. Alles is nog steeds binnenste buiten, je kijkt tegen de achterkant van de stof aan. Je hebt nu een vierkant of rechthoek, die overal ietsje groter is dan je binnenkussen. De flap ligt nu aan de buitenkant, maar is straks (binnenste buiten) aan de binnenkant van de kussensloop.

Zet de 2 lappen aan elkaar met klemmetjes of spelden. Let op dat je bij de flap 3 laagjes stof aan elkaar klemt of speldt.

zet vast met klemmetjes of spelden

Stap 7 – Naaien of locken

We zijn er bijna! Een kant hoef je niet te naaien, daar zit de overslag van de flap. Je naait 3 zijden dicht, op 1,5 cm afstand van de rand van de stof. Want die heb je erbij gerekend. Dit kan met de naaimachine of de lockmachine. Naai je met de naaimachine en is je stof erg rafelig? Werk dan de 3 zijden nog af met de zigzagsteek tegen uitrafelen.

Vergeet met de naaimachine niet om bij begin en eind af te werken, door 3 steken naar voren, 3 steken naar achter te naaien. Bij de lockmachine, kan je de draden een stukje laten hangen, knip ze niet te kort af.

binnenste buiten kussensloop, genaaid met de lockmachine

Tot slot

Keren maar 🙂

omgekeerd, de flap ligt nu binnen

dat zal lekker slapen

Je eerste kussensloop is af! Wellicht zit er een beginnersfoutje in, geen nood, bij je 2e kussensloop gaat het meteen een stuk beter.

En heb je niet genoeg stof? Naai dan verschillende lapjes van dezelfde dikte en materiaal aan elkaar. Zo krijg je een leuk patchwork kussen. Daar heb ik er ook een paar van liggen 😉

Groeten,

Ineke

PS Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

PS 2 Is er lockdown/bezoek restricties? Voor vaste klanten is er mogelijkheid voor online les. Wil je als nieuwe klant een online proefles volgen? Neem contact op voor de mogelijkheden.

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je een rits in een jas vervangt. Op de foto’s zie je stap voor stap hoe het moet. Zo maak je van een kapot kledingstuk, weer een draagbaar eindresultaat. Het lijkt moeilijk, maar grote kans dat jij dit kan 🙂

Om een rits te vervangen, heb je het volgende nodig:

Naaimachine met ritsvoetje, garen, tornmesje, schaartje, rijggaren en naald (staan niet op de foto)

  • Je kledingstuk, waarvan de rits echt kapot is. ECHT kapot? Ja, want soms kan je de rits met wat trucjes weer laten lopen (zoek even op internet). Maar als de rits echt gescheurd is, de runner kwijt is of als er tandjes missen, is het tijd voor een nieuwe rits.
  • Rits, even lang en stevig als de oude rits, of steviger 🙂 Als deze rits een paar centimeter te lang is, geeft dit niet. Let op: dat het een deelbare rits is, dus dat deze onderaan open kan.
  • Naaimachine met ritsvoetje, wordt bij elke machine bijgeleverd.
  • Dikke naaimachine naald (bijv maat 90, jeansnaald), want je naait door meerdere lagen stof en door een ritslint.
  • Garen dat kleurt bij de buitenkant van de jas en een spoeltje dat kleurt bij de binnenkant. Of allebei dezelfde.
  • Rijggaren en naald
  • Tornmesje en schaartje

Lees de instructie eerst een keer helemaal door, zodat je geen overhaaste dingen doet. Daarna gaan we stapje voor stapje 🙂

Kapotte rits, onderkant is gescheurd

Even lange rits, een paar centimeter langer geeft niet

Een deelbare rits, anders kan je jas niet open

Stap 1) Haal de rits uit de jas, met een tornmesje. Je snijdt voorzichtig het garen door, waarmee de rits zit bevestigd. Let op: ga er niet te ruw doorheen, dan kan je de stof beschadigen. Gewoon rustig om de 3 lusjes doorsnijden. En dan zachtjes trekken, dan gaan de tussenliggende lusjes ook los.

oude rits losmaken met tornmesje

Stap 2) Speld de nieuwe rits tussen de buitenkant van de jas en de voering (binnenkant van de jas). De rand van de stof zit naar binnen gevouwen. Je begint onderaan, zodat de onderkanten van de ritsen gelijk komen. Als je een speld door de stof en het ritslint (reepje stof aan je rits) prikt, kijk je daarna of de speld ook door de voering gaat. Je wilt 3 lagen aan elkaar gaan naaien, dus let bij het spelden dat je door 3 lagen gaat.

De tanden van de rits moeten ver genoeg van de stof vandaan zitten, zodat de runner er langs kan. Probeer maar even na het spelden, of je het niet te strak op de tanden hebt gespeld.

De oude draadjes laat ik soms zitten, zodat ik kan zien hoe de rits er origineel in zat. Je ziet ook vaak gaatjes in de stof, waar het garen eerst zat. Maak eventueel een foto voor je begint of kijk bij een andere jas, hoe het ook alweer zat.

nieuwe rits gespeld

Binnenkant van de jas. Ook de voering moet vast komen te zitten, let op met spelden

Is je rits aan de bovenkant van de jas iets te lang? Vouw het teveel aan rits dan naar binnen, tussen de 2 lagen stof van de jas. Als je het afknipt, houd je namelijk een rafelig stukje ritslint over. Dat is niet zo mooi. Ook wil je niet dat de runner van de rits eraf kan vliegen. Dat kan gebeuren, als je het bovenste stukje van de rits afknipt, daar zit namelijk een stoppertje.

iets te lange rits, aan de bovenkant

naar binnen gevouwen en vast gespeld

Stap 3) Rijg de rits vast, met steken van 1 cm. Dit is dus niet het definitieve vastnaaien, maar een tussenstap. Zo kan je rustig en gecontroleerd de 3 lagen bevestigen. Je gebruikt hiervoor rijggaren en een naald. Rijggaren, is een los gedraaid garen, wat makkelijk breekt. Daardoor kan je het na afloop weer makkelijk verwijderen. Zelfs als je erover heen genaaid hebt met de naaimachine. Kies een opvallende kleur. Ik heb rood en wit, een van die kleuren valt altijd wel op.

Zit de rits goed vast geregen? Dan kan je de spelden weghalen. De rits zit nu vast genoeg om bijvoorbeeld te passen. Om te checken of de rits goed open en dicht gaat. Zonder spelden, wordt naaien veel makkelijker, want de stof zal niet meer verschuiven. Bovendien heb je zoveel lagen om in de gaten te houden, dan je het jezelf makkelijker wilt maken. Rijgen is dus echt handig!

vast rijgen, met rijgdraad en een naald

je ziet al een glimp van het eindresultaat! Dus rijg netjes, dan wordt het straks een nette rits

Stap 4) Nu gaan we naaien! Rijg je klosje garen in de machine en doe het spoeltje onderin. Het klosje is de kleur van de buitenkant van je jas en het spoeltje voor de binnenkant van je jas. Bijpassend garen staat netjes en je ziet fouten minder goed. Je kan ook de kleur kiezen waarmee de rest van de jas is genaaid.

Zet er een stevige naald in, omdat je door meerdere lagen stof en het ritslint gaat naaien. Bijvoorbeeld maat 90, een jeansnaald of dikke universele naald. Vooral het begin van de rits, waar een stukje plastic de rits verstevigd, heeft de kracht van een dikke naald nodig. Anders breekt je naald misschien of wordt het een klittenboel aan lussen en knopen.

Waarvoor is nou dat ritsvoetje? Het ritsvoetje zorgt ervoor, dat het voetje van de naaimachine OP de tanden van de rits kan glijden. Daardoor kan je veel dichter NAAST de rits naaien. Een gewoon voetje, kan niet scheef op de rits glijden en dan goed naaien, dat gaat fout. Je kan er wel helemaal naast naaien, voor een tweede rij steken. Raadpleeg het instructieboekje van je machine hoe jouw ritsvoetje werkt.

 

Je kan boven of onderaan beginnen, dat maakt nu niet uit, omdat alles vast is geregen. Zorg je ervoor dat je kledingstuk links van je ligt, want daar is ruimte. Verstevig het begin en einde van je naaien, door 3 steken naar voren, 3 steken naar achter en dan verder naar voren te naaien. Dit noemen we afwerken. Aan het einde doen we het tegenovergestelde. Je naait tot het einde, naait dan 3 steken naar achter en weer 3 naar voren. Afknippen en klaar.

zo gelijk als je kan hihi

Gebruik dus het ritsvoetje, om zo dicht mogelijk naast de rits te naaien. Gebruik eventueel je gewone voetje, om een tweede rij steken te maken. Dat geeft extra stevigheid en garandeerd dat je de voering van de jas ECHT hebt mee genaaid. Hieronder zie je het verschil nog een keer op de foto’s.

Kom je de runner van de rits tegen, laat de naald in de stof, til je voetje op en je kan de runner erlangs ritsen. Laat het voetje weer zakken en je kan verder naaien. Naai niet zomaar langs de runner, want die duwt het voetje opzij. Dat zie je dan, als een slingerende auto op een weg, je stiksel gaat niet recht, maar met een slinger.

Het rijggaren laat je zitten, totdat je helemaal klaar bent en zeker bent van je eindresultaat.

Naaien met het ritsvoetje, je ziet dat het voetje dus over de tanden kan glijden en je kan dicht naast de rits naaien.

Naaien met gewoon voetje. Het voetje glijdt dus naast de tanden van de rits. Kom je de runner tegen, laat de naald in de stof, til je voetje op en je kan de runner erlangs ritsen.

Maak je een foutje? Doordat je de voering niet goed hebt meegenaaid (een gapend gat) of juist teveel stof (een plooi). Geen nood, haal het los en doe dat stukje opnieuw. Haal het genaaide stukje uit met het tornmesje. Begin daarna op het stukje wat nog netjes vast zat, verstevig weer door een paar steken naar voor en achter te gaan, en vul het foutje op met nieuwe steken. Eindig op het resterende stuk dat weer netjes genaaid was en werk weer af, door een paar steken naar achter en voren te naaien.

oeps, hier heb ik de voering verkeerd meegenaaid. Ik kan het losmaken, want het rijggaren zorgt ervoor dat de stoffen mooi op elkaar blijven zitten. Foutje, gewoon losmaken en opnieuw.

Stap 5) Controleer op de rits helemaal vast zit. Dus geen gapende gaten, waar de voering niet is mee genaaid. Of plooien, waar je teveel voering hebt meegenaaid. Los je foutje op, geeft niks.

Werkt de rits met open en dichtdoen? Zit deze er STEVIG in? Eventueel dus met een tweede rij steken ernaast? Dan mag je nu het rijggaren verwijderen. Snijd/knip om de 3 steken een lusje door en trek er zachtjes aan. Het garen breekt zo makkelijk, dat zelfs als je erover heen hebt genaaid, je het nog wel los gepeuterd krijgt. Zit het echt te goed vast? Knip het dan kort af bij de stof, dan zie je het niet meer.

rijggaren los trekken

Twee rijen steken, voor een stevige rits!

Wow, zit de rits erin? Dan verdien je wel een schouderklopje. 🙂 Een rits vervangen is best een uitdaging en zal niet altijd even mooi lukken. Maar aan die kapotte rits had je ook niks. Dus het zal zeker verbeterd zijn. Bovendien kan je er een betere rits voor in de plaats zetten. Goedkopere kleding heeft vaak goedkopere ritsen erin. Maar ook dure jassen kunnen stuk gaan op de rits, omdat ze veel te verduren krijgen. Denk aan kinderjassen, waarbij kinderen aan de ritsen trekken of waar zand tussen komt. Of een mooie tweedehands jas, die nog jaren mee zou kunnen gaan, als er een werkende rits in zou zitten. De moeite waard om daarmee aan de slag te gaan.

Oefening baart kunst, 100% waar, bij het vervangen van een rits. Dus geef het niet op, als je eerste rits niet zo mooi werd als je hoopte. Volgende jas, weer een kans 😉

Groeten,

Ineke

Yes, die jas gaat weer een lange tijd mee!

PS. Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

~ Door Naaiatelier Krul ~

Er zijn vele boeken op de markt om je te helpen met ontwerpen en naaien van kleding. In deze blog lees je mijn mening en ervaring met het boek: Handboek voor zelfmaakmode van Knipmode.

Er zijn verschillende manieren om iets te leren; via live les, online cursus of uit een boek. Maar soms wil je iets specifieks nazoeken, zoals een rits inzetten of een split. Daar is een basisboek handig voor. Hele nieuwe of misschien juist een goeie oude (Bonus einde van deze review)?

Basisboek naaien

Achterkant boek

Voor wie is dit boek bedoeld?

De cover zegt het al; voor beginners en gevorderden. Nu ben ik zelf geen beginner meer, maar de mensen die bij mij les volgen meestal wel. Tekst uitleg en het vakjargon is vaak te moeilijk, dus ben je aangewezen op de afbeeldingen. Dat maakt het boek wel waar. Stap voor stap uitleg met illustraties. Kijk maar even mee.

Inhoudsopgave met tabbladen

inkijkje in het boek

Wat vind ik van de inhoud?

Stel ik wil weten hoe ik een zak naai. In de inhoudsopgave is hoofdstuk ‘zakken’ makkelijk te vinden. Met het tabblad ben je er zo. Per hoofdstuk is er een algemene inleiding en zijn er meerdere variaties op zakken. De illustraties zijn getekend met potlood of met de computer, beide in zwart/wit. Ze gebruiken verschillende grijstinten voor de voorkant van de stof (de ‘goede’ kant) en de achterkant van de stof (de ‘verkeerde’ kant). Dat is fijn, want het blijft een 2D plaatje, van iets wat je zelf in 3D uitvoert.

Je hebt wel een beetje kennis nodig, van woorden als; voorpand (een patroondeel/onderdeel van je kledingstuk wat aan de voorkant van je lichaam komt) of deelnaad (het aan elkaar naaien van 2 delen van een patroon/onderdeel, wat samen 1 geheel gaat vormen). Maar daarvoor kan je ook het hoofdstuk ‘Naden en stikken’ openslaan, dan word je al wat wijzer.

Er staan alleen technieken en werkwijze in, je kunt met dit boek geen volledig kledinstuk in elkaar zetten. Maar er staan zoveel handige hoofdstukken in. Zoals; patronen aanpassen op jouw maat, alle soorten sluitingen met knopen, ritsen of haakjes, plooien en rimpelen, voering en zomen. Echt een compleet naslagwerk zou ik zeggen.

Zak uitleg

Close up van rits uitleg

Heeft dit boek mij geholpen? Of wat doe ik er mee?

Waar ik het meest gebruik van maak, zijn de afbeeldingen bij de stap voor stap uitleg. Als ik iemand wil laten zien hoe je een zak naait, laat ik vaak het eindproduct zien. Een zelf genaaide broek of een voorbeeld zak die genaaid is van lapjes. Maar dan heb je al het eindproduct. Het handboek laat de stapjes zien, om er te komen. Of verschillende variaties, van bijvoorbeeld een tailleband.

Zelfmaakmode tijdschriften, bevatten vaak alleen tekst in de omschrijving. Elders in het blad kan je vaak wel wat techniek uitleg vinden, maar er is niet genoeg ruimte voor elke stap. Dus naast een patroon uit een tijdschrift of een los gekocht patroon, is dit boek echt handig voor duidelijke uitleg.

Bonus

Tweedehands handboek

Inhoudsopgave

Als bonus laat ik ook een ouder boek zien, uit 1981. Ook uitgegeven door Knipmode, in samenwerking met Margriet. Is dit boek ouderwets? Nee dat valt reuze mee, want de basis naaitechnieken zijn al heel oud. Natuurlijk zijn er inmiddels nieuwe stoffen uitgevonden, waar ook andere naaimachinenaalden of foefjes bij horen. Maar de basis blijft hetzelfde. Een opgenaaide zak, achterop een spijkerbroek, is al sinds de uitvinding van de spijkerbroek hetzelfde. En een kraag, blijft een kraag. Hoe groot en opvallend of klein en subtiel die ook is. Mode veranderd, maar komt ook weer terug. Een patroon van een ‘flared’ wijde pijp jeans uit de jaren ’70 is dit jaar weer te gebruiken.

Dit boek heeft ook weer een uitgebreide inhoudsopgave, waar je zoekt wat je nodig hebt. De hoofdstukken hebben afwisselende zwart/wit foto’s, tekeningen en kleurenfoto’s. De kleurenfoto’s van dit boek vind ik nog beter dan het moderne boek, door contrasterende stoffen. De zwart/wit foto’s vind ik juist weer onduidelijker.

Het scheelt nogal in prijs, om online of in een kringloopwinkel een tweedehands boek op de kop te tikken. Dus voor elk budget is er een basisboek!

Sommige voorbeelden zijn in kleur, andere zwart/wit

Voor de catlovers, uit pre-instagram tijd

Conclusie!

Ja, ik raad een basisboek of handboek zeker aan! Alle uitleg per hoofdstuk na te slaan, in 1 boek. Maar of dat boek uit 1981 of 2021 komt, maakt niet zo heel veel uit. Kies een boek wat jou aanspreekt of waarvan jij de afbeeldingen het duidelijkste vind.

Groeten,

Ineke

PS Tip: er zijn soms meerdere wegen naar Rome. Je kan een zak of mouw soms op 2 manieren inzetten. Let dus op, dat jouw patroon uitleg niet linksom en het handboek rechtsom zegt, want dan raak je de weg kwijt 😉

En kom je er niet uit? Kom dan gezellig op les 🙂

~ Door Naaiatelier Krul ~

In deze blog geef ik uitleg over verschillende vormen en functies van linialen en meetlinten. Want bij naaien en kleding maken, komt heel wat meetwerk kijken. Lees hier over de handige linialen en meetlinten die ik gebruik.

Bij naaien en kledingmaken, komt veel meten voor. Welke maat moet ik maken? Hoe lang wordt mijn mouw? Hoeveel naadtoeslag moet ik tekenen? Om verschillende dingen te meten, gebruik ik verschillende meet ‘instrumenten’. Lees maar mee, misschien kom je een handige tegen die je nog niet wist, en wordt jouw kleding maken een stukje makkelijker.

Verschillende zoommaatjes

Zoommaatje

Dit kleine liniaaltje raad ik iedereen aan. Het is zo handig! Er staan vaste maten op; hop, daar heb je 4 cm te pakken, hop, een constante 1,5 cm paraat. De kleine afmetingen, 1, 1,5 of 2, gebruik ik bij het tekenen van naadtoeslag rond mijn patronen (bij NL, BE, DE en scandinavische patronen is geen naadtoeslag in het patroon verwerkt). De metalen zoommaatjes zijn iets preciezer en gaan langer mee. Bovendien kan je er ook overheen strijken, zonder dat ze smelten. Dat is bijvoorbeeld handig bij het omstrijken van een gordijn of rok zoom.

2 soorten meetlint

Meetlint

Natuurlijk het meetlint! Een super flexibele liniaal, waarmee je makkelijk de standaard maten opneemt; borstomtrek, tailleomtrek en heupomtrek. Deze maten heten ook wel; borstomvang/bovenwijdte, tailleomvang/taillewijdte en heupomvang/heupwijdte. Een onmisbaar meetinstrument voor elke kleermaker! Het 2e meetlint op de foto, heeft een schuifje. Hiermee kan je makkelijk jezelf meten, zonder dat het meetlint naar beneden valt als je hem loslaat. Van La Maison Victor, vlaams zelfmaakmode tijdschrift.

Geodriehoek en vierkante liniaal

Perfecte hoeken

Om perfecte hoeken van 90 graden te tekenen, is een geodriehoek of vierkante liniaal handig. Ze zijn transparant, dus je kan de draadrichting of het patroon op je stof er doorheen zien. Teken je bijvoorbeeld een borstzakje of boord, dan worden deze mooi recht. Deze geodriehoek is net iets groter dan op de middelbare school wordt gebruikt. Je kan er ook handig het midden van een patroondeel mee bepalen; 6,5 cm links van het midden en 6,5 cm rechts van het midden.

Gebogen vormen

Gebogen lijnen

Wil je een armsgat of halslijn tekenen, maar heb je niet zo’n vaste hand voor een mooie boog? Dan zijn deze gebogen vormen handig. Je zet een paar punten waar de boog langs moet gaan en schuift de boog zo, dat er een vloeiende lijn ontstaat. Het is een beetje oefenen, maar na een tijdje weet je precies welk deel van deze vormen je kunt gebruiken. Er zijn ook speciale gebogen linialen voor patroontekenen. Die staan hier niet op de foto. Op die linialen staan de standaard rondingen voor bijvoorbeeld armgat of heupronding.

flexibele linialen

Gebogen lijnen meten

Nog een keer het meetlint en een flexibele liniaal. Want met een meetlint neem je niet alleen je maten op, je kunt er ook gebogen lijnen mee meten. Zet de liniaal recht op de lijnen, begin bij een kant en schuif je vingers mee over de lijnen. Omdat het liniaal niet blijft staan, meet je dus stukje voor stukje. Met de flexibele liniaal heb je dat probleem niet, door het ijzerdraad in de liniaal blijft de vorm hetzelfde. Je kan hiermee 50 cm meten.

Lange linialen

Rechte lijnen

Een mouw, een broekspijp of een ‘recht van draad/draadrichting’ tekenen, daar gebruik je lange linialen voor. Met een kort liniaaltje of een meetlint, loop je het risico langzaam (of heel erg) af te wijken. Een lange rechte liniaal is dus heel handig. Ik heb verschillende soorten, want soms is de liniaal van 60 cm juist weer onhandig lang! Het liefst zou ik nog een liniaal van 1 meter erbij willen, die staat op mijn verlanglijstje 🙂

Plakbaar tafel liniaal

Meten op de tafel

Als laatste laat ik hier de tafelliniaal zien (zelfklevend meetlint). Ik heb op mijn werktafels in de lengte deze dunne opplakbare liniaals geplakt. Ze zijn 1,5 m lang en niet duur. Mijn tafels zijn maar 1,2 m lang, maar langs deze liniaal meet ik makkelijk de lengte van een lap stof. Net zoals op de kniptafel bij een stofhandel. Ook handig bij het inkorten van gordijnen of grote lappen. Bovendien is je hele tafel zo een liniaal, met een 90 graden hoek. Handige tip; is je stof langer dan je tafel, laat dan de rest van de stof op een stoel rusten. Anders rekt de stof uit of trekt het gewicht van de rest van de stof je knippen scheef. 😉

Ik hoop dat je weer wat wijzer geworden bent van al mijn linialen. En zoals bij vele ambachten; 2 keer meten, 1 keer knippen (of snijden of zagen of hakken of …)

Je kunt deze meetinstrumenten kopen bij een fournituren kraam/winkel (off- en online), bij de meeste stoffenwinkels of bij hobbywinkels. De meer speciale linialen zijn van het merk Prym. Prijzen varieren in winkels. Zoek ook eens in tweedehands winkels bij de hobbyspulletjes.

Meet-ze!

Groeten,

Ineke

PS. Wil je wat van deze linialen in actie zien? Op instagram laat ik regelmatig zien welk gereedschap ik gebruik bij het patroon tekenen, knippen en naaien van kleding. Insta: Naaiatelierkrul.

~ Uitleg door Naaiatelier Krul ~

In deze blog leer je hoe je een knoop aanzet. Op de foto’s zie je stap voor stap hoe het moet. Ik leer je een manier waardoor je knoop stevig vastzit. Komt goed, je kan dit. 🙂

Om een knoop aan te zetten heb je het volgende nodig:

Benodigdheden

  • Je kledingstuk
  • De knoop ~Ben je de originele knoop kwijt, kies er een die erop lijkt of die gewoon heel leuk is.
  • Een naald met een oog
  • Een klosje of stuk garen ~Het mooiste is als het dezelfde kleur is als je kledingstuk of dezelfde kleur als bij de andere knopen.
  • Een schaar

Naald met dubbel garen en 2 knoopjes in het einde

Om een knoop aan te zetten heb je ongeveer 20 tot 40 cm garen nodig. Ik gebruik een langer stuk garen, dat ik dubbel gebruik. Dat is steviger en je wilt dat je knoop stevig vastzit.

Knip het stuk garen af en steek het door het oog van de naald. Trek het garen ongeveer 6 cm door het oog. Of, gebruik je het garen dubbel, dan trek je de twee delen garen gelijk. Maak 2x een gewone knoop in het einde van het garen, op dezelfde plek, en laat 6 cm over.

Voorkant

Achterkant

Steek de naald aan de achterkant of binnenkant van je kledingstuk door de stof, op de plek waar de knoop moet komen. Ga terug de stof in en weer naar voren. Nu zit je garen goed vast om te beginnen. Door de knoopjes aan het einde van het garen, glipt deze niet meer los.

Knoop met 2 gaten

Knoop met 4 gaten

Knoop met lusje aan de achterkant

 

Steek de naald door een van de gaatjes in de knoop. Ga terug door een ander gaatje. Heeft je knoop 4 gaatjes, maak dan een X of = Kijk hoe de andere knopen vast zitten om het gelijk te maken. Steek de naald weer in de stof, dichtbij waar je uit bent gekomen, maar niet door hetzelfde gaatje.

Naald door de knoop

Herhaal dit 2 tot 4 keer per serie gaten, totdat de knoop stevig vastzit. Is je stof dik, trek het garen dan niet te strak aan, zodat de stof van het knoopsgat deel van je kleding nog tussen de knoop en je stof past. Je kan ook, voordat je de laatste keer de stof terug in gaat, het garen 2x om het garen tussen de stof en de knoop wikkelen.

Blijf dicht bij elkaar steken, maar niet door hetzelfde gaatje

Eindig met de naald aan de achterkant/binnenkant van je kledingstuk. Nu gaan we afwerken. Je bent er bijna! 😉

Naald door de stof voor afwerken

Steek de naald 1 of 2 mm naast de knoop in de stof en naai oppervlakkig, alleen door de achterkant. Doe dit nog een keer, in een andere richting.

Knoopje maken

Draadjes afknippen

Knoop het einde van het garen vast met het restje garen (waar de naald nog aan zit). Maak 2 of 3 knoopjes. Nu raakt die knoop niet meer zomaar los! De losse draadjes kan je nu op 5 mm afknippen.

Knoop door een knoopsgat

Ziezo, jij hebt een knoop aangezet. Gefeliciteerd 😉 Oefening baart kunst. Lukt het de eerste keer niet zo mooi, dan zul je zien dat de tweede keer al veel makkelijker gaat.

Groeten,

Ineke

PS. Kom je er niet uit en wil je liever op naailes? Van harte welkom bij Naailes Naaiatelier Krul in Nijmegen Lent.

Spelden cactus